Bhai Dooj

De laatste dag van Divali is Bhaai Dooja [Bhāī Dūja]. Deze dag staat in het teken van de broer-zusrelatie.

Tithi

Kaartika shukla dvitiya [kārtika śukla dvitīyā]

Achtergrond

Yamaraaja [Yamarāja] (de goddelijke gedaante van de dood) bracht op deze dag een bezoek aan zijn tweelingzus Yamuna [Yamunā]. Zij was verheugd door zijn komst, bracht een tilaka aan op zijn voorhoofd, deed hem een bloemenkrans om en voerde hem speciale lekkernijen. Samen aten Ze de zoete lekkernijen, praatten Ze en hadden Ze veel plezier door het beleven van hun broer-zusliefde. Toen Yamaraaja wegging, gaf Hij zijn zus de zegen dat wie Haar zal bezoeken vrij zal worden van alle zonden en uiteindelijk moksha [mokṣa] zal bereiken. Andersom gaf Yamuna Hem een geschenk dat Zij zelf had gemaakt. Sindsdien is het een traditie dat op deze dag broers hun zussen opzoeken en zegenen. Hierop worden zij dan verwend door hun zussen. Omdat Bhaai Dooja verbonden is met Yamaraaja wordt deze dag ook wel Yama Dvitiya genoemd.

Rituelen

Op de dag van Bhaai Dooja bidden zussen voor het lange leven van hun broer en komen de broers op bezoek bij hun zus om samen te genieten van hun broer-zusrelatie. Ze hebben veel plezier samen en vieren als het ware hun relatie.

Govardhan Puja

De vierde dag van Divali [Divāli] is Govardhana Puja [Govardhana Pūjā]. Op deze dag wees Krishna [Kṛṣṇa] de mensen erop om in plaats van Indra Devata [Indra Devatā] de berg Govardhana te vereren, waarop Indra woest werd en besloot de mensen te straffen.

Tithi

Kaartika shukla pratipad [kārtika śukla pratipad]

Achtergrond

Op de dag van de Govardhana Puja herdenken we dat Krishna de dorpelingen overhaalde om in plaats van Indra de berg Govardhana te vereren. Indra is immers een hemelse Devata: Hij is eeuwig en verbonden aan zijn plicht. De berg Govardhana daarentegen, die de dorpelingen voorzag in hun dagelijkse en primaire levensbehoeften, was als stoffelijk verschijnsel vergankelijk. Daarom was het volgens Krishna beter om de berg Govardhana te vereren dan Indra. De dorpelingen stopten daarom hun voorbereidingen van Indra’s verering en begonnen de Govardhana te vereren. Indra werd hierop razend en liet het dagenlang stormen en bliksemen. Om het dorp te beschermen, tilde Krishna de berg Govardhana op met zijn pink, zodat het hele dorp onder de berg kon schuilen. Op deze manier hebben Krishna en de Govardhana de dorpelingen gered. Uiteindelijk besefte Indra dat Krishna een avataara [avatāra] van Vishnu [Viṣṇu] was en zag zijn fout in. Sindsdien vereren we de Govardhana. Ook wordt Krishna vereerd, in de vorm van een koeherder.

Rituelen

Op de dag van Govardhana Puja staat de verering van Krishna centraal. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we zijn mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra hierbij is “aum namo bhagavate vaasudevaaya” [ॐ namo bhagavate vāsudevāya]. We vereren Krishna middels puja [pūjā] en/of havana. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op het beeld van Krishna geplaatst voordat we Hem vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Krishna middels het beeld hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal één van de zojuist genoemde mantra’s.

In de meeste mandirs wordt Govardhana Puja niet gevierd.

Maha Lakshmi Puja

De Maha Lakshmi Puja [Mahā Lakṣmī Pūjā] is de derde dag van Divali [Divāli] en wordt door de meeste hindoes het uitbundigst gevierd.

Tithi

Ashvina krishna amaavasya [aśvina kṛṣṇa amāvasyā]

Achtergrond

Op deze dag heeft Lakshmi Vishnu [Viṣṇu] gekozen tot haar echtgenoot, waarop Lakshmi en Vishnu huwden. Ook herdenken we dat Rama, Lakshmana en Sita [Rāma, Lakṣmaṇa, Sītā] op deze dag terugkwamen van hun ballingschap. Veertien jaar lang was er geen festiviteit in Ayodhya [Ayodhyā] (letterlijk: “daar waar geen gevecht is”). Nu het nieuws van de terugkeer van Rama (de ziel van Ayodhya) bekend was gemaakt en dat Hij Raavana [Rāvaṇa] had vernietigd, was de strijd over en maakte men overal lichtjes aan om Rama’s pad naar Ayodhya te verlichten op deze donkerste nacht van het jaar en zijn terugkeer te vieren met vele lichtjes. Ook wordt herdacht dat de Paandava’s [Pāṇḍava] na hun ballingschap terugkeerde naar hun woonplaats. Tevens herdenken we de sterfdag van swami Dayanand [svāmī Dayānanda], de grondlegger van de Arya Samaaj [Āryā Samāja]. Volgens de Vikram kaartikaadi samvat [Vikrama kārtikādi samvat], een jaartelling die in enkele zuidelijke deelstaten van India wordt gehanteerd, begint op deze dag ook het nieuwe hindoejaar. Verder vieren we dat keizer Prithu [Pṛthu] de wereld had gered van hongersnood en dat de landbouwers na het binnenhalen van hun oogst het Goddelijke hiervoor bedankten.

Rituelen

Op de dag van Maha Lakshmi Puja staat de verering van Maha Lakshmi centraal. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we de mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra hierbij is “aum shreem lakshmyai namah” [ॐ śrīṃ lakṣmyai namaḥ]. We vereren Lakshmi middels puja [pūjā] en/of havana. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op het beeld van Lakshmi geplaatst voordat we Haar vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Haar middels het beeld hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal de zojuist genoemde mantra. Verder wordt Lakshmi vereerd middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie. Ook worden er vele diya’s [diyā] (lichtjes) aangemaakt in en rondom het huis, om Lakshmi in ons huis te verwelkomen. Bij het aanmaken van de lichtjes reciteren we de mantra “aum shri lakshmi karo tu kalyaanam aarogyam sukha sampadam. Mama shatru vinaashaaya deepajyotir namo’stute” [ॐ śrī lakṣmī karo tu kalyāṇaṃ ārogyaṃ sukha saṃpadam. mama śatru vināśāya dīpa-jyotir namo’stute]. Dit betekent: “Ik aanbid Shri Lakshmi, die ons allen voorziet van welzijn en geluk, vernietig al mijn vijanden. Ik buig tot deze brandende diya die uw aanwezigheid representeert.”

In veel mandirs wordt Maha Lakshmi Puja niet gevierd, omdat dit feest door de meeste hindoes als thuisfeest wordt gevierd.

Tradities

Oneven aantal diya’s
Vaak wordt beweerd dat we een oneven aantal diya’s dienen te branden op de dag van de Maha Lakshmi Puja. Hierover is mij niets bekend uit de geschriften. Een mogelijke verklaring die wijzen ons hebben meegegeven, is dat oneven getallen van goddelijke aard zijn en even getallen van menselijke aard. Om deze reden zouden oneven getallen gunstiger zijn in het hindoeïsme. Echter heb ik geen concrete onderbouwing gevonden vanuit de geschriften.

Vóór 18.00 uur de rituelen verrichten en diya’s branden
Een andere bekende traditie die veel hindoes in Nederland volgen, is dat we vóór 18.00 uur de rituelen dienen te verrichten en de diya’s dienen te branden. Echter is dit een lokariti (ritueel door mensen bedacht uit praktische overwegingen) die men vroeger volgde omdat er toen nog geen elektriciteit of straatverlichting was. De Maha Lakshmi Puja is de donkerste nacht van het jaar en dan was het handig als je voordat het donker werd alle lichten aan had, zodat je kon zien en het veiliger was. Een andere mogelijke verklaring is dat veel hindoes vinden dat je het beste ’s ochtends of ’s middags rituelen kunt verrichten en niet ’s avonds. 18.00 uur begint de avond volgens de hindoetelling.

Diya’s branden vóór of na de rituelen?
De een brandt de diya’s vóór de rituelen en de ander erna. Bij het branden van de diya’s wordt, met name binnen de Sanaatana Dharma [Sanātana Dharma], een mantra gebruikt om Lakshmi aan te roepen in de vorm van licht. Het is volgens sommigen dan ook logisch om Haar eerst aan te roepen en dan pas de rituelen te verrichten dan eerst de rituelen te verrichten en haar daarna veelzijdig aan te roepen. Anderen vinden dat dit niet zoveel uitmaakt, omdat je zowel tijdens de rituelen als tijdens het branden van de diya’s Lakshmi aanroept. Ook is het volgens sommigen veiliger om de diya’s na de rituelen te branden, omdat er dan beter kan worden opgelet. Tijdens de rituelen kunnen de diya’s die in het huis verspreid zijn niet in de gaten worden gehouden.

Het huis niet uitgaan
Op de dag van de Maha Lakshmi Puja roepen we Lakshmi Mata (of Brahman in de vorm van licht) aan in ons huis en branden we vele lichtjes. Het is dan ook oneerbiedig en onveilig om het huis te verlaten. Het is net als een gast uitnodigen en vervolgens zelf weggaan. Als je Divali met je familie wilt vieren die niet in hetzelfde huis woont, is het daarom een mogelijkheid om het samen op één locatie te vieren en daar de lichtjes te branden etc.

Narak Chaturdashi

De tweede dag van Divali [Divālī] staat bekend als Narak Chaturdashi [Naraka Caturdaśī] of Chhoti Divali [Choṭi Divālī]. Narak betekent hel of “waar geen licht is” en verwijst ook wel naar de demon Narakaasura, die op deze dag is gedood door Krishna. Ook heeft Vishnu op deze dag Bali verslagen en naar de onderwereld (narak) gestuurd om daar te regeren.

Tithi

Ashvina krishna chaturdashi [aśvina kṛṣṇa caturdaśī]

Achtergrond

Rituelen

Op de dag van Naraka Chaturdashi staat de verering van Krishna en Vishnu centraal, omdat Zij de aarde en hemel hebben gered van groots kwaad. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we zijn mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra hierbij is “aum namo bhagavate vaasudevaaya” [ॐ namo bhagavate vāsudevāya] voor Krishna en “aum namo naaraayanaaya” [ॐ namo nārāyaṇāya] voor Vishnu. We vereren Krishna en Vishnu middels puja [pūjā] en/of havana. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op het beeld van Krishna en Vishnu geplaatst voordat we Ze vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Hen (apart) middels de beelden hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal de zojuist genoemde mantra. Verder worden Krishna en Vishnu vereerd middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie. Ook worden er vele lichtjes aangemaakt, zodat Bali niet over ons zal heersen. Vanwege de vele lichtjes wordt Naraka Chaturdashi ook wel Chhoti Divali (kleine rij van lichten) genoemd.

In de meeste mandirs wordt Naraka Chaturdashi niet gevierd.

Dhanteras

De eerste dag van Divali [Divāli] is Dhana Trayodashi [Dhana Trayodaśī], ook wel Dhanteras genoemd. Dhana betekent rijkdom en trayodashi is de dertiende tithi (“hindoedag”) na volle of nieuwe maan. Dhana kan ook wel naar Dhanavantari verwijzen, de grondlegger van de Ayurveda die tijdens het karnen van de melkoceaan is verschenen. Tevens verwijst dhana naar de rijkdom en juwelen die de jonge schoondochter van koning Hima in het hele huis verspreidde, zodat alle lichten die zij in het huis brandde zouden weerspiegelen en de dood op afstand zou blijven. Zo heeft zij haar echtgenoot – over wie was voorspeld dat hij op deze dag zou komen te overlijden door een slangenbeet – gered van de dood.

Tithi

Ashvina krishna trayodashi [aśvina kṛṣṇa trayodaśī]

Achtergrond

Volgens een voorspelling aan de hand van zijn janma kundali [janma kuṇḍalī] zou de 16-jarige zoon van koning Hima op de vierde dag van zijn huwelijk sterven door een slangenbeet. Toch huwde hij, terwijl zijn toekomstige vrouw hiervan wist. Zij was ervan overtuigd dat ze hem kon beschermen van de dood. Op de vierde dag van hun huwelijk liet de vrouw haar echtgenoot niet slapen. Ze maakte overal in het huis diya’s [diyā] (lichtjes) aan en plaatste overal sieraden, gouden en zilveren munten en andere juwelen, zodat het licht overal weerspiegelde. Daarna hield ze haar man bezig met allerlei liederen en verhalen, zodat hij wakker zou blijven. In zijn slaap zou hij kwetsbaarder zijn.

Toen Yamaraaja [Yamarāja], de Heer van de dood, daar aankwam in de vorm van een slang, werden zijn ogen verblind door de vele lichten. Hierdoor kon hij niet in de kamer van de prins komen. Hij klom op de stapel sieraden en zat daar de hele nacht te luisteren naar de liederen. In de ochtend ging hij stilletjes weg. Zo heeft de jonge vrouw haar man gered van de dood. Sindsdien wordt er op deze dag licht geofferd aan Yamaraaja. Dit noemen we “Yama deep daan” [Yama dīpa dāna]. We ontsteken een grote diya aan de zuidkant (te vinden met een kompas of kompas-app voor je smartphone) van ons huis en bidden voor het welzijn van onze dierbaren, zodat Yama op afstand blijft en niemand met zich meeneemt. Ook worden vele lichten ontstoken in het huis.

Gerelateerd: karnen van de melkoceaan

Rituelen

Op de dag van Dhana Trayodashi wordt vaak Vishnu vereerd, omdat Hij op deze dag als het ware de wereld heeft gered (tijdens het karnen van de melkoceaan). Omdat veel mensen Dhana Trayodashi zien als de dag van rijkdom (dhana betekent rijkdom) wordt vaak ook wel Lakshmi vereerd in de gedaante van Dhana Lakshmi. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon (tijdelijk) aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we de mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra hierbij is “aum namo naaraayanaaya” [ॐ namo nārāyaṇāya] voor Vishnu en “aum shreem lakshmyai namah” [ॐ śrīṃ lakṣmyai namaḥ] voor Lakshmi. We vereren Vishnu en Lakshmi middels puja [pūjā] en/of havana. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op de beelden van Vishnu en Lakshmi geplaatst voordat we Ze vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Hen (apart) middels de beelden hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal de zojuist genoemde mantra. Verder worden Vishnu en Lakshmi vereerd middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie. Ook worden er vele lichtjes aangemaakt in en rondom het huis, zodat Yamaraaja buiten blijft. In Nederland en Suriname wordt traditiegetrouw één diya met sesamolie of mosterdolie gebrand aan de zuidkant van het huis, de Yama Deep. Bij het branden van deze diya hoort de volgende mantra te worden gereciteerd:

ॐ मृत्युना दण्डपाशाभ्यां कालेन श्यामया सह।
त्रयोदश्यां दीपदानात्‌ सूर्यजः प्रीयतां मम॥ – स्कन्द पुराण

ॐ mṛtyunā daṇḍapāśābhyāṃ kālena śyāmayā saha.
trayodaśyāṃ dīpadānāt sūryajaḥ prīyatāṃ mama. – Skanda Purāṇa

Moge de zoon van Surya (Yama) tevreden zijn met mijn diya-offer op de dag van trayodashi, zodat hij zich ontdoet van de dood, het doodswapen, zijn stok en de tijd van de dood.

In de meeste mandirs wordt Dhana Trayodashi niet gevierd.

Tulsi Vivaah

Tulsi Vivaah [Tulasī Vivāha] is de dag dat Tulsi met de Shaaligraama [Śāligrāma] trouwde. De Shaaligraama is een soort linga [liṅga] (abstracte manifestatie of transcendentale vorm) van Vishnu [Viṣṇu].

Tithi

kaartik shukla ekaadashi [kārtik śukla ekādaśī]

Achtergrond

Tulsi was uitgehuwelijkt aan de demonenkoning Jalandhara en om haar echtgenoot te beschermen, bad ze tot Vishnu [Viṣṇu] met de wens dat haar echtgenoot zou worden beschermd. Door Tulsi’s grote toewijding aan Vishnu ging deze wens in vervulling en hierdoor kon geen enkele goddelijke gedaante iets doen aan de terreur die Jalandhara teweeg bracht. Jalandhara vormde een groot gevaar en de goddelijke gedaantes verzochten Vishnu dringend iets te doen. Hierop nam Vishnu de gedaante aan van Jalandhara en verbleef bij Tulsi, die van niets afwist. Ondertussen doodde Shiva [Śiva] Jalandhara.

Toen na de dood van Jalandhara de waarheid naar boven kwam, werd Tulsi razend en vervloekte ze Vishnu waardoor Hij in een steen veranderde, zwart werd en verwijderd zou worden van zijn vrouw. De steen kennen we nu als de Shaaligraama, zwart werd Vishnu in zijn gedaante als Krishna [Kṛṣṇa] en zijn vrouw werd van hem afgepakt in zijn gedaante als Rama [Rāma]. Na de vloek te hebben uitgesproken, offerde Tulsi haar leven op. Daarna werd ze als de Tulsi-plant geboren en in dat leven huwde ze met de Shaaligraama. Dit was de zegen die zij ontving voor het leed dat zij heeft gehad.

Rituelen

Op deze dag wordt vaak Tulsi puja [pūjā] gedaan. Dit vereren kan gepaard gaan met vasten. Vasten is een manier om onthechting en onthouding te beoefenen. We passen ons eetpatroon tijdelijk aan door ons te beperken tot voedsel dat reiner is en dus een gunstigere werking heeft op onze geest. Sommige mensen beperken zich zelfs tot puur water en fruit of eten zelfs helemaal niets.

Ook wordt Vishnu vereerd, meestal in de vorm van de Shaaligraama. Als rituelen offeren de meeste mensen zuivere spijzen en bloemen. Bij het offeren reciteren we zijn mantra herhaaldelijk. De meest gebruikte mantra hierbij is “aum namo naaraayanaaya” [ॐ namo nārāyaṇāya]. We vereren Vishnu middels puja [pūjā] en/of havana. Soms wordt ook de eigen japa mala [japa mālā] om of op het beeld van Vishnu geplaatst voordat we Hem vereren of raken we het beeld even aan met de japa mala nadat we Hem middels het beeld hebben vereerd. Vervolgens doen we mantra jaapa [mantra jāpa] met de mala met meestal de zojuist genoemde mantra. Verder wordt Vishnu vereerd middels rituelen, gebeden, lofzangen, offers en mantrarecitatie.

In de meeste mandirs wordt Tulsi Vivaah niet gevierd.

Naarada Jayanti

Naarada jayanti [Nārada jayantī] is de geboortedag van de wijze Naarada, die een groot toegewijde en de boodschapper van Vishnu [Viṣṇu] is en tussen de drie werelden reist om de boodschap van het Goddelijke te verspreiden.

Tithi

Vaishaakha krishna pratipad [vaiśākha kṛṣṇa pratipad]

Achtergrond

Over de oorsprong van Naarada vertellen de geschriften twee verschillende verhalen. Één is dat Naarada uit de geestelijke energie van Brahma [Brahmā] zou zijn ontstaan en sommige Puraana’s [Purāṇa], zoals de Vishnu Puraana, beschrijven dat Naarada de zoon van de wijze Kashyapa [Kaśyapa] is.

In de Shrimad Bhaagavatam [Śrīmad Bhāgavatam] vertelt Naarada aan zijn leerling Vyaasa [Vyāsa] dat hij in zijn vorige leven de zoon was van een arme vrouw die vlakbij een school werkte waar men les kreeg in de Vedische leer. Tijdens de chaaturmaasa [cāturmāsa]* verbleven er enkele wijze toegewijden in de school. Naarada’s moeder zag dit als mogelijkheid om ze te dienen en deed dit dan ook. Elke keer als zij naar de toegewijden ging, ging Naarada mee. Hij ontving dan prasad [prasāda]. Door de aanwezigheid van de wijze toegewijden begon hij veranderingen te merken in zichzelf. Hij voelde zich steeds meer getrokken tot het Godelijke. Daarom besloot hij de toegewijden ook zelf te dienen en vroeg hij meer prasad. De toegewijden waren verheugd om te zien dat de jonge Naarada toegewijd werd en vlak voordat ze vertrokken, schonken ze hem zelfs kennis van het Goddelijke.

Door zijn dienst aan de toegewijden en de kennis en prasad die hij van hen had ontvangen kon Naarada nu ware toewijding beoefenen. Na een korte tijd verloor Naarada zijn moeder doordat zij was gebeten door een slang. Toen besloot hij te mediteren op het Goddelijke. Door zijn zuivere toewijding was hij in zijn meditatie in staat het Goddelijke te aanschouwen en daardoor ging hij op in het spirituele, waardoor hij werd herboren als de wijze boodschapper en toegewijde van Vishnu, die in staat was overal aanwezig te zijn waar hij wou. Hij staat erom bekend dat hij al zijn activiteiten begint met de naam van het Goddelijke. Daarom zegt hij “Narayana Narayana” [Nārāyaṇa] voor elke handeling. Narayana betekent “de woonplaats van de mens” of “de weg van de mens”. Dit verhaal van Naarada leert ons hoe omgang met zuivere toegewijden ons kan leiden tot het Goddelijke.

*Een regenseizoen van vier maanden waarin rondtrekkende toegewijden op een zuivere plaats stoppen om daar te verblijven tijdens deze periode.

Rituelen

Op de dag van Naarada jayanti staan we stil bij de verhalen uit de geschriften waarin hij een rol speelt. Hoewel Naarada vaak als roddelaar wordt gezien, maakt hij de mensen eigenlijk heel alert op veel zaken die het leven beïnvloeden. Middels zijn verhalen brengt hij mooie boodschappen tot de mens.

Ook staan we op deze dag stil bij het belang van satsanga [satsaṅga], bhakti en kennis van het Goddelijke.

In de meeste mandirs wordt Naarada jayanti niet gevierd.

Raksha bandhan

Raksha bandhan [rakṣā bandhan] staat vandaag de dag bekend als hoogtijdag om de band tussen broers en zussen te vieren, maar deze hoogtijdag kan vanuit een breder perspectief worden benaderd.

Tithi

shraavana shukla purnima [śrāvaṇa śukla pūrṇimā]

Achtergronden

Raksha bandhan (letterlijk: “band van bescherming”) kent verschillende achtergronden:

Yamuna [Yamunā], de zus van Yama, bond haar broer op elke shraavana purnima een raakhi [rākhī], beschermkoord. Yama was hier zo erg van onder de indruk, dat hij verklaarde dat degene die een raakhi om zou krijgen van zijn zus onsterfelijk zou worden. Sindsdien binden zussen hun broers een raakhi en bidden zij voor hun lange leven. Broers zegenen hun zus met de belofte dat ze er altijd voor haar zullen zijn en haar altijd zullen beschermen.

De legende luidt dat de machtige demonenkoning Bali een groot devoot was van Vishnu [Viṣṇu]. Wanneer Indra Bali niet aankon, ging Hij naar Vishnu om hulp te vragen. Vishnu stuurde Bali naar de onderwereld. Vishnu beloofde Bali hierbij dat Hij in het koninkrijk van Paataala [Pātāla] zou verblijven om deze te beschermen. Lakshmi [Lakṣmī] wilde Vishnu terug hebben in Vaikuntha [Vaikuṇṭha] (zijn woonplaats) en ging vermomd als braahmana-vrouw [brāhmaṇa] naar Bali. Daar vroeg ze om een schuilplaats totdat haar man zou terugkomen van een belangrijke taak. Bali deed haar deze gunst. Met het verblijf van Lakshmi gebeurden allerlei gunstige dingen; vreugde en rijkdom kwamen de woonplaats van Bali binnen. Op de shraavana purnima bond Lakshmi Bali een raakhi en bad voor zijn welzijn. Bali was zeer geraakt en accepteerde Haar als zijn zus. Ze mocht ook een wens doen aan hem. Nu liet Ze haar ware vorm zien en zei dat Ze haar echtgenoot terug in zijn woonplaats wilde hebben. Bali bracht haar wens in vervulling.

Indra Deva was verslagen door een asura (‘demon’) en verloor daardoor zijn koninkrijk. Indraani [Indrānī] (de vrouw van Indra) bad daarom tot Vishnu en Hij adviseerde haar om een beschermkoord te binden om Indra’s pols. Indraani bond Indra een rakhi. Dit resulteerde in Indra’s overwinning op de demon en daarmee wederom de heerschappij over het eigen rijk.

Ook in historische verhalen zien we raksha bandhan terugkomen. Tijdens de invasie van Alexander de Grote bond zijn vrouw koning Puru (een machtige koning met wie Alexander te maken had) een raakhi en claimde zich zijn zus, zodat hij Alexander niets zou doen. In de Middeleeuwen stuurden de koninklijke dames de Rajputs [rājaput] een raakhi als ze hulp nodig hadden en dan kwamen zij hen helpen.

Raksha bandhan is dus niet alleen een hoogtijdag voor broers en zussen, maar voor iedereen. Het moest voorzien in de basisbehoefte van bescherming en benadrukt daarmee het belang van vrede en broederschap.

Rituelen

De zus zet een tilaka van chandana [candana] op het voorhoofd van de broer, doet zijn aarti [āratī], bindt een raakhi om zijn rechterpols en reciteert ondertussen een mantra. Ze bidt voor zijn welzijn en voert hem een zoet hapje. De broer wenst zijn zus ook een goed leven en belooft plechtig zijn zus altijd te beschermen. De broer geeft zijn zus een presentje. Het cadeautje is een erkenning van zijn liefde voor zijn zus, een herinnering van hun samenzijn en een symbool van zijn belofte.

Raksha bandhan is niet alleen een broer-zusfeest; iedereen mag een rakhi worden gebonden. Raksha bandhan is in principe een dag waarop we stilstaan bij de eenheid tussen mensen. In oude verhalen zien we vaak dat er wordt gesproken van een beschermingsband tussen broer en zus, maar we zien ook een verhaal waarbij de hofdames de Rajputs een rakhi stuurden om om bescherming te vragen. Raksha bandhan is van origine geen broer-zusfeest, maar kan dus breder worden getrokken. In delen van de Indiase deelstaat Rajasthan zien we bijvoorbeeld dat niet alleen de broer een rakhi wordt gebonden, maar ook de schoonzus, omdat zij de wederhelft is. Dit kan en mag absoluut. Ook aan zussen mag een raakhi worden gebonden. Het is alleen een traditie van de mens dat het een broer-zusfeest is geworden. Oorspronkelijk kan een ieder een rakhi worden gebonden. Dit doen we ook bij puja’s [pūjā] met de raksha sutra [rakṣā sūtra] (het rode koord dat je om je pols krijgt bij bijvoorbeeld puja’s).

De raksha bandhan mantra:

ॐ येन बद्धो बली राजा दानवेन्द्रो महाबलः।
तेन त्वामनुबध्नामि रक्षे मा चल मा चल॥

ॐ yena baddho balī rājā dānavendro mahābalaḥ.
tena tvām-anu-badhnāmi rakṣe mā cala mā cala.

Zoals de grote sterke heerser van de demonen, koning Bali, werd gebonden; een zelfde soort koord bind ik jou. O bescherming, wankel niet, wankel niet.