Durga chalisa

नमो नमो दुर्गे सुख करनी।
नमो नमो अम्बे दुख हरनी॥
निरंकार है ज्योति तुम्हारी।
तिहूँ लोक फैली उजियारी॥

namo namo durge sukha karanī;
namo namo ambe dukha haranī.
niraṃkāra hai jyoti tumhārī;
tihū loka phailī ujiyārī.

Ik buig tot u, ik buig tot u, o Durga, schenkster van vreugde. Ik buig tot u, ik buig tot u, Amba, verdrijfster van verdriet. Onzichtbaar is uw licht en toch is het over alle drie werelden verspreid.

शशि ललाट मुख महाविशाला।
नेत्र लाल भृकुटी विकराला॥
रूप मातु को अधिक सुहावे।
दरश करत जन अति सुख पावे॥

śaśi lalāṭa mukha mahā-viśālā.
netra lāla bhṛkuṭī vikarālā.
rūpa mātu ko adhika suhāve.
daraśa karata jana ati sukha pāve.

De maan op het voorhoofd en uw gezicht is groots. U heeft rode ogen en angstaanjagende wenkbrauwen. In de gedaante van de moeder bent u prachtig. Een ieder die u aanschouwt, wordt intens gelukkig.

तुम संसार शक्ति लय कीना।
पालन हेतु अन्न धन दीना॥
अन्नपूर्ण हुई जग पाला।
तुम ही आदि सुन्दरी बाला॥

tuma saṃsāra śakti laya kīnā.
pālana hetu anna dhana dīnā.
annapūrṇā huī jaga pālā.
tuma hī ādi sundarī bālā.

De energie van het heelal heeft u tot uw beschikking; ter verzorging heeft u voedsel en rijkdom geschonken. Alzo werd u Annapurna, die voor de wereld zorgt. U bent ook de eerste schone jonkvrouw.

प्रलयकाल सब नाशन हारी।
तुम गौरी शिव शंकर प्यारी॥
शिव योगी तुम्हरे गुण गावे।
ब्रह्मा विष्णु तुम्हे नित ध्यावे॥

pralayakāla saba nāśana hārī.
tuma gaurī śiva śaṃkara pyārī.
śiva yogī tumhare guṇa gāve.
brahmā viṣṇu tumhe nita dhyāve.

U bent de vernietigster van alles ten tijde van de oerknal. U bent de schone Gauri, de geliefde van Shiva Shankar. De yogi Shiva verkondigt uw lof, Brahma en Vishnu mediteren keer op keer op u.

रूप सरस्वती को तुम धारा।
दे सुबुद्धि ॠषि मुनिन उबारा॥
धर्यो रूप नरसिंह को अम्बा।
प्रगट भई फाड़ कर खम्बा॥

rūpa sarasvatī ko tuma dhārā.
de subuddhi ṛṣi munina ubārā.
dharyo rūpa narasiṃha ko ambā.
pragaṭa bhaī phāŗa kara khambā.

U nam de gedaante van Sarasvati aan en verhief rishi’s en wijzen door ze kennis en wijsheid te schenken. In de gedaante van Narasimha kwam u tevoorschijn uit een pilaar, o moeder, en u liet de pilaar splijten.

रक्षा करि प्रह्लाद बचायो।
हिरणाकुश को स्वर्ग पठायो॥
लक्ष्मी रूप धरा जग माही।
श्री नारायण अंग समाही॥

rakṣā kari prahlāda bacāyo.
hiraṇākuśa ko svarga paṭhāyo.
lakṣmī rūpa dharā jaga māhī.
śrī nārāyaṇa aṃga samāhī.

Vervolgens heeft u Prahlada beschermd door Hiranyakashipu te doden en hem naar de hemel te sturen. U nam de gedaante van Lakshmi aan en verscheen in de wereld om de wederhelft van Vishnu te worden.

क्षीर सिंधु मे करत विलासा।
दया सिंधु दीजौ मन आसा॥
हिंगलौज मे तुम्ही भवानी।
महिमा अमित न जात बखानी॥

kṣīra siṃdhu me karata vilāsā.
dayā siṃdhu dījai mana āsā.
hiṃgalauja me tumhī bhavānī.
mahimā amita na jāta bakhānī.

U verblijft in de melkoceaan en vermaakt zich. O oceaan van de armen, schenk ons hoop en kracht. In de grot van Hingaraja bent u, o Bhavani. Grenzeloos is uw grootheid, niet met woorden te beschrijven.

मातंगी अरु धूमावती माता।
भुवनेश्वरी बगला सुखदाता॥
श्री भैरव तारा जग तारिणि।
छिन्नभाल भव दुख निवारिणि॥

mātaṃgī aru dhūmāvatī mātā.
bhuvaneśvarī bagalā sukhadātā.
śrī bhairava tārā jaga tāriṇi.
chinnabhāla bhava dukha nivāriṇi.

O moeder Matangi, Dhumavati, Bhuvaneshvari, Bagalamukhi, schenkster van vreugde. Echtgenote van Bhairava, Tara, redster van de wereld, Chinnamasta, verlosser van het leed van het heelal.

केहरी वाहन सोह भवानी।
लांगुर बीर चलत अगवानी॥
कर मे खप्पर खड्ग बिराजे।
जाको देख काल डर भाजे॥

keharī vāhana soha bhavānī.
lāṃgura bīra calata agavānī.
kara me khappara khaḍga birāje.
jāko dekha kāla ḍara bhāje.

De leeuw als uw voertuig siert u, o Bhavani, met twee helden als lopers die u voorgaan. In uw handen draagt u een kom met bloed en een zwaard en deze ziende, slaat zelfs de dood van schrik op de vlucht.

सोहे और अस्त्र त्रिशूला।
जाते उठत शत्रु हिय शूला॥
नाग कोटि मे तुम्ही विराजत।
तिहूँ लोक मे डंका बाजत॥

sohe aura astra triśūlā.
jāte uṭhata śatru hiya śūlā.
nāga koṭi me tumhī virājata.
tihū loka me ḍaṃkā bājata.

De wapens passen bij u en ook de drietand die de harten van de vijanden doorboort wanneer deze wordt opgeheven. U bent het, die in Nagarkota verblijft. In alle drie werelden wordt uw roem verkondigd.

शुम्भ निशुम्भ दानव तुम मारे।
रक्तबीज शंखन संहारे॥
महिषासुर नृप अति अभिमानी।
जेहि अघ भार मही अकुलानी॥

śumbha niśumbha dānava tuma māre.
raktabīja śaṃkhana saṃhāre.
mahiṣāsura nṛpa ati abhimānī.
jehi agha bhāra mahī akulānī.

U heeft de demonen Shumbha en Nishumbha gedood, na Raktabeeja, hun aanvoerder, te hebben vernietigd. Toen de demonenkoning Mahishasura zeer hoogmoedig werd en de last van zijn wandaden voor de aarde ondragelijk was geworden,

रूप कराल काली का धारा।
सेन सहित तुम तिहि संहारा॥
परी गाढ़-सन्तन पर जब-जब।
भई सहाय मातु तुम तब-तब॥

rūpa karāla kālī kā dhārā.
sena sahita tuma tihi saṃhārā.
parī gāŗha-santana para jaba-jaba.
bhaī sahāya mātu tuma taba-taba.

nam u de verschrikkelijke gedaante van Kali aan en heeft u hem en zijn hulpjes volkomen vernietigd.
Telkens wanneer de heiligen hebben te lijden door kwaad bent u steeds weer hun grote hulp geweest.

अमर पुरी अरु बासव लोका।
तव महिमा सब रहे अशोका॥
ज्वाला मे है ज्योति तुम्हारी।
तुम्हे सदा पूजे नर-नारी॥

amara purī aru bāsava lokā.
tava mahimā saba rahe aśokā.
jvālā me hai jyoti tumhārī.
tumhe sadā pūje nara-nārī.

In Amarapura en in Vasava-loka wordt uw grootheid door een ieder vol vreugde geprezen. Het is uw licht dat verschijnt in Jwalamukhi en u wordt er steeds door de mannen en vrouwen vereerd.

प्रेम भक्ति से जो यश गावे।
दुख दरिद्र निकट नही आवे॥
ध्यावे तुम्हे जो जन मन लाई।
जन्म मरण ताकौ छुटि जाई॥

prema bhakti se jo yaśa gāve.
dukha daridra nikaṭa nahī āve.
dhyāve tumhe jo jana mana lāī.
janma maraṇa tākau chuṭi jāī.

Wanneer met liefde en toewijding uw lof wordt gezongen, komen leed en armoede niet dichtbij. Wie met heel zijn geest gericht op u mediteert, raakt bevrijd van geboorte en dood (bereikt dus moksha).

जोगी सुर मुनि कहत पुकारी।
योग न हो बिन शक्ति तुम्हारी॥
शंकर अचरज तप अति कीनो।
काम क्रोध जीति सब लीनो॥

jogī sura muni kahata pukārī.
yoga na ho bina śakti tumhārī.
śaṃkara ācāraja tapa kīno.
kāma krodha jīti saba līno.

Yogi’s en muni’s hebben het duidelijk gezegd: zonder Shakti kan yoga niet succesvol zijn. Shankar beoefende uitzonderlijk strenge ascese en hij overwon begeerte, toorn en de rest.

निशदिन ध्यान करो शंकर को।
काहु काल नही सुमिरो तुमको॥
शक्ति रूप को मरम न पायो।
शक्ति गई तब मन पछितायो॥

niśadina dhyāna karo śaṃkara ko.
kāhu kāla nahī sumiro tumako.
śakti rūpa ko marama na pāyo.
śakti gaī taba mana pachitāyo.

Als men elke dag mediteert op Shankar, maar geen ogenblik u in zijn gedachten aanroept, heeft men de essentie van Shakti niet begrepen. Want als Shakti weggaat, dan zal men er spijt van hebben.

शरणागत हुई कीर्ति बखानी।
जय जय जय जगदम्ब भवानी॥
भई प्रसन्न आदि जगदम्बा।
दई शक्ति नही कीन बिलम्बा॥

śaraṇāgata huī kīrti bakhānī.
jaya jaya jaya jagadamba bhavānī.
bhaī prasanna ādī jagadambā.
daī śakti nahī kīna bilambā.

Tot u heb ik mijn toevlucht gezocht en uw lof heb ik verkondigd, o moeder van de wereld, Bhavani. Oorspronkelijke wereldmoeder, toen u tevreden was, heeft u mij zonder enige aarzeling kracht geschonken.

मोको मातु कष्ट अति घेरो।
तुम बिन कौन हरे दुख मेरो॥
आशा त्रिष्णा निपट सतावै।
मोह मदादिक सब विनशावै॥

moko mātu kaṣṭa ati ghero.
tuma bina kauna hare dukha mero.
āśā triṣṇā nipaṭa satāvai.
moha madādika saba vinaśāvai.

Door moeilijkheden ben ik omringd, o moeder. Niemand anders dan u kan mijn leed wegnemen. IJdele hoop en onlesbare dorst kwellen mij constant; vijanden jagen mij, onwetende, grote schrik op het lijf.

शत्रु नाश कीजै महारानी।
सुमिरो इकचित तुम्हे भवानी॥
करो कृपा तुम मातु दयाला।
ॠद्धि-सिद्धि दे करहु निहाला॥

śatru nāśa kījai mahārānī.
sumiro ikacita tumhe bhavānī.
karo kṛpā tuma mātu dayālā.
ṛddhi-siddhi de karahu nihālā.

Vernietig mijn vijanden, o keizerin. Ik concentreer mijn geest volledig op u en roep u aan, o Bhavani. Ontferm u over mij, barmhartige moeder. Zegen mij met riddhi en siddhi.

जब लगि जिऊ दया फल पाऊ।
तुम्हरो यश मै सदा सुनाऊ॥
दुर्गा चालीसा जो कोई गावे।
सब सुख भोग परम पद पावे॥

jaba lagi jiū dayā phala pāū.
tumharo yaśa mai sadā sunāū.
durgā cālīsā jo koī gāve.
saba sukha bhoga parama pada pāve.

Moge ik altijd uw lof blijven verkondigen, zolang ik leef en zolang ik uw genade waard ben. Wie de Durga chalisa zingt, ontvangt het voedsel van vreugde en bereikt de allerhoogste staat.

देवीदास शरण निज जानी।
करहु कृपा जगदम्ब भवानी॥

devīdāsa śaraṇa nija jānī.
karahu kṛpā jagadamba bhavānī.

Devidas heeft steeds bij u zijn toevlucht gezocht; ontferm u over hem, o wereldmoeder Bhavani.

Ganesha chalisa

जय जय वन्दन भुवन।
नन्दन गौरी गणेश॥
दुख द्वन्द्वन फन्दन हरन।
सुन्दर सुवन महेश॥

jaya jaya vandana bhuvana.
nandana gaurī gaṇeśa.
dukha dvandvana phandana harana.
sundara suvana maheśa.

Glorie glorie aan u, o Ganesha, aan u toont de hele wereld eer, aangezien u het licht van Gauri bent en de prachtige zoon van Shiva. U bent de wiedmachine van alle tegenstellingen (zoals vreugde en verdriet, geboorte en dood etc.) en tevens de verlosser van deze.

जयति शम्भु-सुत गौरी-नन्दन।
विघ्न हरन नासन भव-फन्दन॥
जय गणनायक जनसुख दायक।
विश्व-विनायक बुद्धि-विधायक॥

jayati śambhu-suta gaurī-nandana.
vighna harana nāsana bhava-phandana.
jaya gaṇanāyaka janasukha dāyaka.
viśva-vināyaka buddhi-vidhāyaka.

Glorie aan u, o zoon van Shambhu en licht van Gauri. U bent de vernietiger van alle obstakels en verlosser van alles van de cyclus van leven en dood. Glorie aan u, o leider van Shiva’s aanhangers, schenker van geluk, leraar van allen en uitbreider van het intellect.

एक रदन गज बदन विराजत।
वक्रतुंद शुचि शुंड सुसाजत॥
तिलक त्रिपुण्ड भाल शशि सोहत।
छबि सखि सुर नर मुनि मन मोहत॥

eka radana bhaja badana virājata.
vakra-tuṇḍa śuci śuṃḍa susājata.
tilaka tripuṇḍa bhāla śaśi sohata.
chabi sukhi sura nara muni mana mohata.

O Ganesha, schitterend is de enige slagtand die u heeft op uw olifantenhoofd en prachtig is uw heilige slurf. De tilak op uw voorhoofd is zo mooi als de maan en de hemelen, mensen en asceten die u liefhebben, ontsnappen niet aan de magie ervan.

उर मणि-माल सरोरुह लोचन।
रत्न मुकुट सिर सोच विमोचन॥
कर कुठार शुचि सुभग त्रिशूलम्।
मोदक भोग सुगन्धित फूलम्॥

ura maṇi-māla saroruha locana.
ratna mukuṭa sira soca vimocana.
kara kuṭhāra śuci subhaga triśūlam.
modaka bhoga sugandhita phūlam.

Op uw boezem is een krans van juwelen, in uw ogen de schoonheid van een volbloeide lotusbloem en op uw hoofd een kroon van edelstenen. U verlost uw devoten van angst en zorgen, en houdt een heilige bijl en een mooie drietand in uw handen. Zoete laddoo’s en geurige bloemen zijn uw favoriet.

सुन्दर पीताम्बर तन साजित।
चरण पादुका मुनि मन राजित॥
धनि शिव-सुवन भुवन सुख दाता।
गौरी-ललन षडानन भ्राता॥

sundara pītāmbara tana sājita.
caraṇa pādukā muni mana rājita.
dhani śiva-suvana bhuvana sukha dātā.
gaurī-lalana ṣaḍānana bhrātā.

Gezegend bent u, o broer van Kartikeya en geliefde zoon van Shiva en Gauri. Elegant gekleed in mooie gele zijden kleding en dragend een paar houten sandalen, helemaal met edelstenen aan uw voeten. U bent de bron van alle zegen in de wereld.

ॠद्धि सिद्धि तव चवर सुढारहिं।
मूषक वाहन सोहत द्वारहिं॥
तव महिमा को वर्ण पारा।
जन्म चरित्र विचित्र तुम्हारा॥

ṛddhi siddhi tava cavara suḍhārahi.
mūṣaka vāhana sohata dvārahi.
tava mahimā ko varṇa pārā.
janma caritra vicitra tumhārā.

Voorspoed en welzijn draaien koninklijke zwaairondjes (zoals met een aarti) om u en uw rijdier – de muis – is een toevoeging op uw pracht. Het verhaal van uw leven is zo vreemd en mysterieus. Wie kan uw grootheid, die bovenzinnelijk is, beschrijven?

एक असुर शिव-रूप बनावै।
गौरीहि छलन हेतु तह आवै॥
यह कारण ते श्री शिव-प्यारी।
निज तन-मैल मूर्ति रचि डारी॥

eka asura śiva-rūpa banāvai.
gaurīhi chhalana hetu taha āvai.
yaha kāraṇa te śrī śiva-pyārī.
nija tana-maila mūrti raci ḍārī.

Een demon kwam vaak vermomd als Shiva om Gauri te misleiden. Om zich van hem te beschermen, creëerde ze een goddelijke gedaante van het vuil van haar lichaam.

सो निज सुत करि गृह रखवारे।
द्वारपाल सम तेहि बैठारे॥
जबहि स्वयं श्री शिव तह आये।
बिनु पहिचान जान नहि पाये॥

so nija suta kari gṛha rakhavāre.
dvārapāla sama tehi baiṭhāre.
jabahi svayaṃ śrī śiva taha āye.
binu pahicāna jāna nahi pāye.

Vragend haar zoon om een oogje in het zeil te houden, liet ze hem voor de deur staan als een bewaker. Toen Shiva daar kwam, werd hij niet herkend en u liet hem het huis niet binnen.

पूछ्यो शिव हो किनके लाला।
बोलत भे तुम वचन रसाला॥
मै हू गौरी-सुत सुनि लीजै।
आगे पग न भवन हित दीजै॥

pūchyo śiva ho kinake lālā.
bolata bhe tuma vacana rasālā.
mai hū gaurī-suta suni lījai.
āge paga na bhavana hita dījai.

Shiva vroeg: “Vertel me, wie is je vader?” Met een stem die zo zoet is als honing, zei u: “Ik ben Gauri’s zoon. Durf niet verder te gaan dan hier.”

आवहि मातु बूझि तब जाओ।
बालक से जनि बात बढ़ाओ॥
चलन चाह्यो शिव बचन न मान्यो।
तब ह्वै क्रुद्ध युद्ध तुम ठान्यो॥

āvahi mātu būjhi taba jāo.
bālaka se jani bāta baŗhāo.
calana cāhyo śiva bacana na mānyo.
taba hvai kruddha yuddha tuma ṭhānyo.

“O heer, laat me mijn moeders toestemming vragen voordat ik u toegang geef naar binnen. Het heeft geen zin om met me te praten.” Niet luisterend naar uw woorden, probeerde Shiva het huis binnen te gaan, waardoor u boos in de aanval ging.

तत्क्षण नहि कछु शंभु बिचार्यो।
गहि त्रिशूल भूल वश मार्यो॥
शिरीष फूल सम सिर कटि गयउ।
छट उड़ि लोप गगन महँ भयउ॥

tatkṣaṇa nahi kachu śaṃbhu bicāryo.
gahi triśūla bhūla vaśa māryo.
śirīṣa phūla sama sira kaṭi gayau.
chaṭa uŗi lopa gagana maha bhayau.

In boosheid pakte Shiva zijn drietand en gedreven door misleiding stak hij ermee naar u. Uw hoofd zo zacht als de Shirisha-bloem werd opgenomen door de lucht en verdween.

गयो शम्भु जब भवन मन्झारी।
जह बैठी गिरिराज-कुमारी॥
पूछे शिव निज मन मुसकाये।
कहहु सती सुत कहँ ते जाये॥

gayo śambhu jaba bhuvana manjhārī.
jaha baiṭhī girirāja-kumārī.
pūche śiva nija mana musakāye.
kahahu satī suta kaha te jāye.

Toen Shiva blij naar binnen liep, waar Gauri, de dochter van de bergen, zat, vroeg hij lachend: “Vertel me, Sati, hoe heb je een zoon ter wereld gebracht?”

खुलिगे भेद कथा सुनि सारी।
गिरी बिकल गिरिराज दुलारी॥
कियो न भल स्वामी अब जाओ।
लाओ शीष जहा से पाओ॥

khulage bheda kathā suni sārī.
girī vikala girirāja dulārī.
kiyo na bhala svāmī aba jāo.
lāo śīṣa jahā se pāo.

Het hele verhaal horend, werd het mysterie helder. Gauri viel van verdriet op de grond en zei: “U heeft mij pijn gedaan, o heer. Ga nu en haal een hoofd voor mijn zoon, waar vandaan dan ook.”

चल्यो विष्णु संग शिव विज्ञानी।
मिल्यो न सो हस्तीहि सिर आनी॥
धड़ ऊपर स्थित कर दीन्ह्यों।
प्राण-वायु संचालन कीन्ह्यों॥

calyo viṣṇu saṃga śiva vijñānī.
milyo na so hastīhi sira ānī.
dhaŗa ūpara sthita kara dīnhyo.
prāṇa-vāyu saṃcālana kīnhyo.

Shiva ging samen met Vishnu op pad, maar vond geen hoofd. Dus brachten ze een olifantenhoofd, plaatsten het op het lichaam en bliezen het leven in.

श्री गणेश शिव नाम धरायो।
विद्या बुद्धि अमर वर पायो॥
भे प्रभु प्रथम पूज्य सुखदायक।
विघ्न विनासक बुद्धि विधायक॥

śrī gaṇeśa śiva nāma dharāyo.
vidyā buddhi amara vara pāyo.
bhe prabhu prathama pūjya sukha-dāyaka.
vighna vināsaka buddhi vidhāyaka.

Het was Shiva die u Ganesha heeft genoemd en u heeft gezegend met kennis, wijsheid en onsterfelijkheid. U bent de eerste die wordt vereerd tijdens puja’s. U brengt vreugde naar de gelovige, vernietigt alle obstakels en bent de oorsprong van het functioneren van het verstand.

प्रथमहि नाम लेत तव जोई।
जग कह सकल काज सिध होई॥
सुमिरहि तुमहि मिलहि सुख नाना।
बिनु तव कृपा न कहु कल्याणा॥

prathamahi nāma leta tava joī.
jaga kaha sakala kāja sidha hoī.
sumirahi tumahi milahi sukha nānā.
binu tava kṛpā na kahu kalyāṇā.

Wie zich ook op u richt voor het beginnen aan een missie, bereikt succes. Het denken aan uw naam brengt alle geluk. Zonder uw vergevende gratie is er geen bescherming en welzijn in de wereld.

तुम्हरहि शाप भयो जग अंकित।
भादवन चौथी चन्द्र अकलंकित॥
जबहि परीक्षा शिव तुही लीन्हा।
प्रदक्षिणा पृथ्वी कहि दीन्हा॥

tumharahi śāpa bhayo jaga aṃkita.
bhādavana cauthī candra akalaṃkita.
jabahi parīkṣā śiva tuhī līnhā.
pradakṣiṇā pṛthvī kahi dīnhā.

Vervloekt door u werd de maans reflectie zwart op de aarde en wanneer het op de vierde dag van de heldere helft van Bhadrapada valt, zou niemand ernaar durven te kijken. Toen Shiva u wilde testen op uw verstand en macht, vroeg hij u om een rondje om de wereld te lopen.

षड्मुख चल्यो मयूर उड़ाई।
बैठि रचे तुम सहज उपाई॥
राम नाम महि पर लिखि अंका।
कीन्ह प्रदक्षिणा तजि मन शंका॥

ṣaḍmukha calyo mayūra uŗāī.
baiṭhi race tuma sahaja upāī.
rāma nāma mahi para likhi aṃkā.
kīnha pradakṣiṇā taji mana śaṃkā.

Toen Kartikeya op zijn pauw begon te vliegen, tekende u de naam van Rama op de grond en tekende er een rondje omheen.

श्री पितु-मातु-चरण धरि लीन्ह्यो।
ता कह सात प्रदक्षिणा कीन्ह्यो॥
पृथ्वी परिक्रमा फल पायो।
अस लखि सुरन सुमन वर्षायो॥

śrī pitu-mātu-caraṇa dhari līnhyo.
tā kaha sāta pradakṣiṇā kīnhyo.
pṛthvī parikramā phala pāyo.
asa lakhi surana sumana varṣāyo.

U raakte de voeten van uw vader en moeder aan en liep zeven keer om hen heen. U werd hierop gezegend met de vruchten van het lopen rond de aarde, waarop de goddelijke gedaantes bloemen strooiden op u.

सुन्दरदास राम के चेरा।
दुर्वासा आश्रम धरि डेरा॥
विरच्यो श्रीगणेश चालीसा।
शिव पुराण वर्णित योगीशा॥

sundaradāsa rāma ke cerā.
durvāsā āśrama dhari ḍerā.
viracyo śrī-gaṇeśa cālīsā.
śiva purāṇa varṇita yogīśā.

Tijdens het verblijf in de ashram van de wijze Durvasa, schreef Sundardas, een toegewijde van Rama, deze lofzang toe aan Ganesha in de vorm een chalisa, veertig verzen. Dit deed hij op dezelfde manier als het in de Shiva Purana was gedaan.

नित्य गजानन जो गुण गावत।
गृह वसि सुमति परम सुख पावत॥
जन-धन-धान्य सुवन सुख दायक।
देहि सकल शुभ श्री गणनायक॥

nitya gajānana jo guṇa gāvata.
gṛha vasi sumati parama sukha pāvata.
jana-dhana-dhānya suvana sukha dāyaka.
dehi sakala śubha śrī gaṇanāyaka.

De wijze die de glorie van Ganesha zingt, is gezegend met de opperste zegen. De heer van de aanhangers van Shiva zegent zijn devoten met rijkdom, nageslacht en geluk.

॥ दोहा ॥ (dohā)

श्री गणेश यह चालीसा, पाठ करै धरि ध्यान।
नित नव मंगल मोद लहि, मिलै जगत सम्मान॥
द्वै सहस्र दस विक्रमी, भाद्र कृष्ण तिथि गंग।
पूरन चालीसा भयो, सुन्दर भक्ति अभंग॥

śrī gaṇeśa yaha cālīsā, pāṭha karai dhari dhyāna.
nita nava maṃgala moda lahi, milai jagata sammāna.
dvai sahasra dasa vikramī, bhādra kṛṣṇa tithi gaṃga.
pūrana cālīsā bhayo, sundara bhakti abhaṃga.

Wie de Ganesha chalisa met volle concentratie reciteert, groeit zowel spiritueel als in eer. Op de derde dag van de donkere helft van de maand Bhadrapada in het vikramjaar 2010 (1953) is deze hymne van veertig verzen voltooid. Zo heeft Sundardas zijn devotie aan Ganesha getoond.

Gayatri chalisa

॥ दोहा ॥ (dohā)

ह्रीं श्रीं क्लीं मेधा प्रभा जीवन ज्योति प्रचंड।
शान्ति क्रान्ति जागृति प्रगति रचनाशक्ति अखंड॥

hrīṃ śrīṃ klīṃ medhā prabhā jīvana jyoti pracaṃḍa.
śānti krānti jāgṛti pragati racanā-śakti akhaṃḍa.

O heilige moeder, u bent de eerste om pijn te verzachten, de eerste om tevreden te stellen en de eerste om te zegenen. U bent superintelligentie, het heldere licht van het leven. U bent vrede, wakkerheid, voortgang en de onophoudelijke scheppingskracht.

जगत जननि मंगल करनि गायत्री सुखधाम।
प्रणवो सावित्री स्वधा स्वाहा पूरन काम॥

jagata janani maṃgala karani gāyatrī sukhadhāma.
praṇavo sāvitrī svadhā pūrana kāma.

Gayatri is de moeder van de hele schepping. Ze is welwillend en de woonplaats van zegen. Ze is ॐ, de oorsprong van alles, vernietiger van het slechte. Ze brengt zelftevredenheid en vervult wensen.

॥ चौपाई ॥ (caupāī)

भूर्भुवः स्वः ॐ युत जननी।
गायत्री नित कलिमल दहनी॥

bhūr-bhuvaḥ svaḥ ॐ yuta jananī.
gāyatrī nita kalimala dahanī.

Moeder is samen met ॐ de schepper van de drie werelden: aarde, lucht en hemel. Ze brandt alle onreinheden van het donkere tijdperk weg.

अक्षर चौबीस परम पुनीता।
इनमे बसे शास्त्र श्रुति गीता॥

akṣara caubīsa parama punītā.
iname base śāstra śruti gītā.

Haar 24 klanken zijn opperst zuiverend en de geschriften, de veda’s en Gita zijn in haar gevestigd.

शाश्वत सतोगुणी सतरूपा।
सत्य सनातन सुधा अनूपा॥

śāśvata satoguṇī satarūpā.
satya sanātana sudhā anūpā.

Moeder Gayatri is eeuwig. Ze heft nobele kwaliteiten en een nobele gedaante. Ze is het unieke nectar van de eeuwige waarheid.

हंसारुढ़ सितम्बर धारी।
स्वर्ण कान्ति शुचि गगन बिहारी॥

haṃsāruŗha sitambara dhārī.
svarṇa kānti śuci gagana bihārī.

Een onbevlekt wit gewaad dragend, zit ze op de zwaan. Haar gouden huidskleur is heilig en ze vliegt in de lucht.

पुस्तक पुष्प कमण्डल माला।
शुभ्र वर्ण तनु नयन विशाला॥

pustaka puṣpa kamaṇḍala mālā.
śubhra varṇa tanu nayana viśālā.

Een boek, bloemen, het heilige vat en een bloemenkrans vasthoudend, ziet de devoot haar als degene met een witte huidskleur en wijde ogen.

ध्यान धरत पुल्कित हिय होई।
सुख उपजत दुख दुरमतिखोई॥

dhyāna dharata pulkita hiya hoī.
sukha upajata dukha duramati-khoī.

Degene die op de gedaante van moeder Gayatri met devotie mediteert, ervaart zegen en is verlost van ongelukkigheid en kwaad intellect.

कामधेनु तुम सुर तरु छाया।
निराकार की अद्भुत माया॥

kāmadhenu tuma sura taru chāyā.
nirākāra kī adbhuta māyā.

O Gayatri! U bent de hemelse koe Kamadhenu, die alle wensen vervult, u bent de schaduw van de goddelijke boom Kalpataru.

तुम्हरी शरण गहै जो कोई।
तरै सकल संकट सो सोई॥

tumharī śaraṇa gahai jo koī.
tarai sakala saṃkaṭa so soī.

Degene die onder uw hoede komt, overwint alle moeilijkheden in het leven.

सरस्वती लक्ष्मी तुम काली।
दिपै तुम्हारी ज्योति निराली॥

sarasvatī lakṣmī tuma kālī.
dipai tumhārī jyoti nirālī.

U bent Sarasvati, Lakshmi en Kali in één. U schijnt met extraordinair licht.

तुम्हारी महिमा पार न पावै।
जो शारद शत मुख गुण गावै॥

tumhārī mahimā pāra na pāvai.
jo śārada śata mukha guṇa gāvai.

Uw grootheid kan niet begrepen worden, zelfs niet als Sharad met honderd monden over hetzelfde zingt.

चार वेद की मातु पुनीता।
तुम ब्रह्माणी गौरी सीता॥

cāra veda kī mātu punītā.
tuma brahmāṇī gaurī sītā.

O Gayatri! U bent de moeder van de vier veda’s. U bent de vrouw van Brahma, u bent Gauri en u bent Sita.

महामन्त्र जितने जग माही।
कोऊ गायत्री सम नाही॥

mahā-mantra jitane jaga māhī.
koū gāyatrī sama nāhī.

Geen andere mantra ter wereld is vergelijkbaar met de Gayatri mantra.

सुमिरत हिय मे ज्ञान प्रकासै।
आलस पाप अविद्या नासै॥

sumirata hiya me jñāna prakāsai.
ālasa pāpa avidyā nāsai.

O Gayatri! Als u in gedachten wordt gehouden, schittert er goddelijke kennis in het hart en ijdelheid, zondes en onwetendheid worden verdreven.

सृष्टि बीज जग जननि भवानी।
कालरात्रि वरदा कल्याणी॥

sṛṣṭi bīja jaga janani bhavānī.
kālarātri varadā kalyāṇī.

O Bhavani, moeder van de hele wereld, u bent het zaad van de schepping. U bent de heilzame schenkster van gunsten en de nacht van zondvloed.

ब्रह्मा विष्णु रुद्र सुर जेते।
तुम सो पावे सुरता तेते॥

brahmā viṣṇu rudra sura jete.
tuma so pāve suratā tete.

O Gayatri! Brahma, Vishnu, Shiva en alle andere goddelijke gedaantes hebben goddelijkheid van u ontvangen.

तुम भक्तन की भक्त तुम्हारे।
जननिहि पुत्र प्राण ते प्यारे॥

tuma bhaktana kī bhakta tumhāre.
janani-hi putra prāṇa te pyāre.

U bent voor de devoten en de devoten zijn voor u. Echt, u bent de moeder die haar kind meer liefheeft dan zichzelf.

महिमा अपरम्पार तुम्हारी।
जय जय जय त्रिपदा भयहारी॥

mahimā aparampāra tumhārī.
jaya jaya jaya tripadā bhayahārī.

O Gayatri! Uw kracht is onbeschrijfbaar. Moge u, die drie gedaantes heeft en alle angst wegneemt, glorieus zijn!

पूरित सकल ज्ञान विज्ञाना।
तुम सम अधिक न जग मे आना॥

pūrita sakala jñāna vijñānā.
tuma sama adhika na jaga me ānā.

U bent materiële kennis en spirituele kennis. Niemand groter dan u is in deze wereld gekomen.

तुमहि जान कछु रहै न शेषा।
तुमहि पाय कछु रहै न क्लेशा॥

tumahi jāna kachu rahai na śeṣā.
tumahi pāya kachu rahai na kleśā.

O Gayatri! Na u te hebben leren kennen, blijft er niets anders over om te weten en noch blijven er zondes of kwellingen over.

जानत तुमहि तुम्हारी होई जाई।
पारस परसि कुधातु सुहाई॥

jānata tumahi tumhārī hoī jāī.
pārasa parasi kudhātu suhāī.

Ik weet dat u zelfgeboren bent. Zelfs een onedel metaal wordt gunstig door contact met een toetssteen.

तुम्हरी शक्ति दिपै सब ठाई।
माता तुम सब ठौर समाई॥

tumharī śakti dipai saba ṭhāī.
mātā tuma saba ṭhaura samāī.

O Gayatri! Uw energie schittert overal. O moeder, u bent alomtegenwoordig.

ग्रह नक्षत्र ब्रह्माण्ड घनेरे।
सब गतिवान तुम्हारे प्रेरे॥

graha nakṣatra brahmāṇḍa ghanere.
saba gativāna tumhāre prere.

De planeten, de constellaties en onbeschrijfbare universums zijn door u geïnspireerd om in beweging te blijven.

सकल सृष्टि की प्राण विधाता।
पालक पोषक नाशक त्राता॥

sakala sṛṣṭi kī prāṇa vidhātā.
pālaka poṣaka nāśaka trātā.

O Gayatri! U heeft de levenskracht van de gehele schepping gecreëerd en u beschermt, voedt, vernietigt en beschermt.

मातेश्वरी दया व्रत धारी।
तुम सन तरे पातकी भारी॥

māteśvarī dayā vrata dhārī.
tuma sana tare pātakī bhārī.

O goddelijke moeder, u heeft de eed afgelegd om genadig te zijn. Dankzij u wordt zelfs een grote zondaar getemd.

जापर कृपा तुम्हारी होई।
तापर कृपा करे सब कोई॥

jāpara kṛpā tumhārī hoī.
tāpara kṛpā kare saba koī.

O Gayatri! Iedereen is genadig tegen degene op wie u genadig bent.

मन्द बुद्धि ते बुद्धि बल पावे।
रोगी रोग रहित होई जावे॥

manda buddhi te buddhi bala pāve.
rogī roga rahita hoī jāve.

De sombere persoon verkrijgt een scherp intellect en degene die ziek is, geneest.

दारिद्र मिटै कटै सब पीरा।
नाशै दुख हरै भव भीरा॥

dāridra miṭai kaṭai saba pīrā.
nāśai dukha harai bhava bhīrā.

O Gayatri! Wanneer u genadig bent, wordt armoede verwijderd, alle zorgen eindigen, alle ellende en angst worden verwijderd.

गृह क्लेश चित चिन्ता भारी।
नासै गायत्री भय हारी॥

gṛha kleśa cita cintā bhārī.
nāsai gāyatrī bhaya hārī.

Alle huishoudelijke tegenspoeden en zorgen verdwijnen gewoon omdat u de verlosser bent.

सन्तति हीन सुसन्तति पावे।
सुख सम्पत्ति युत मोद मनावे॥

santati hīna susantati pāve.
sukha sampatti yuta moda manāve.

Kinderen worden geboren bij kindloze devoten en ze genieten het leven met grote welzijn en rijkdom.

भूत पिशाच सबै भय खावे।
यम के दूत निकट नही आवे॥

bhūta piśāca sabai bhaya khāve.
yama ke dūta nikaṭa nahī āve.

Al zijn angst voor spoken en plaaggeesten gaat weg en de boodschappers van Yama komen niet dichtbij hem.

जो सधवा सुमिरे चित लाई।
अछत सुहाग सदा सुखदाई॥

jo sadhavā sumire cita lāī.
achata suhāga sadā sukhadāī.

Als een getrouwde vrouw Gayatri met devotie in gedachten neemt zal zee en gelukkig gehuwd leven genieten tot het eind.

घर वर सुखप्रद लहै कुमारी।
विधवा रहे सत्यव्रत धारी॥

ghara vara sukhaprada lahai kumārī.
vidhavā rahe satyavrata dhārī.

Zo zal ook een ongehuwd meisje gezegend worden met een thuis (gezin) en man. En een weduwe zal haar ware eden blijven onderhouden.

जयति जयति जगदम्ब भवानी।
तुम सम और दयालु न दानी॥

jayati jayati jagadamba bhavānī.
tuma sama aura dayālu na dānī.

Glorie, glorie aan Bhavani, o moeder van de wereld! Niemand is zo genadig en liefdadig als u.

जो सदगुरु सो दीक्षा पावे।
सो साधन को सफल बनावे॥

ho sadaguru so dīkṣā pāve.
so sādhana ko saphala banāve.

Als een persoon wordt geïnitieerd door een ware kenner van de Gayatri mantra, zal zijn ascese succesvol zijn (vruchten brengen).

सुमिरन करे सुरुचि बड़भागी।
लहै मनोरथ गृही विरागी॥

sumirana kare suruci baŗabhāgī.
lahai manoratha gṛhī virāgī.

Als een gelukkig persoon met goede bedoelingen Gayatri herinnert, zullen al zijn wensen worden vervuld en toch zal hij niet aan ze gebonden zijn.

अष्ट सिद्धि नव निधि की दाता।
सब समर्थ गायत्री माता॥

aṣṭa siddhi nava nidhi kī dātā.
saba samartha gāyatrī mātā.

De alomtegenwoordige moeder Gayatri is in staat om alle acht siddhi’s en alle negen nidhi’s te schenken.

ॠषि मुनि यती तपस्वी योगी।
आरत अर्थी चिन्तित भोगी॥

ṛṣi muni yatī tapasvī yogī.
ārata arthī cintita bhogī.

De wijze, de asceet, de heilige, degene die boetedoening verricht, een yogi, de ongelukkige, de arme die naar rijkdom verlangt.

जो जो शरण तुम्हारी आवै।
सो सो मन वांछित फल पावै॥

jo jo śaraṇa tumhārī āvai.
so so mana vāṃchita phala pāvai.

Degene met zorgen die onder uw hoede komt, krijgt altijd zijn wens vervuld.

बल बुद्धि विद्या शील स्वभाऊ।
धन दैभव यश तेज उछाऊ॥

bala buddhi vidyā śīla svabhāū.
dhana daibhava yaśa teja achāū.

Degene die deze Gayatri chalisa reciteert, zal kracht hebben, intellect, verdiensten, verbeterd karakter, rijkdom en luxe.

सकल बढ़े उपजे सुख नाना।
जो यह पाठ करै धरि ध्याना॥

sakala baŗhe upaje sukha nānā.
jo yaha pāṭha karai dhari dhyānā.

Degene die reciteert en mediteert, bereikt de hoogste zegen.

॥ दोहा ॥ (dohā)

यह चालीसा भक्ति युत पाठ करै जो कोय।
तापर कृपा प्रसन्नता गायत्री की होय॥

yaha cālīsā bhakti yuta pāṭha karai jo koya.
tāpara kṛpā prasannatā gāyatrī kī hoya.

Moeder Gayatri zal tevreden worden gesteld wanneer iemand deze Gayatri chalisa dagelijks met devotie reciteert.

Hanuman chalisa

॥ दोहा ॥ (dohā)

श्री गुरु चरण सरोज रज, निज मन मुकुर सुधारि।
बरनऊ रघुबर विमल जसु, जो दायकु पल चारि॥

śrī guru caraṇa saroja raja, nija mana mukura sudhāri.
baranaū raghubara vimala jasu, jo dāyaku phala cāri.

Met stof afkomstig van de lotusvoeten van mijn gewaardeerde guru, mijn geest, die net een spiegel is, reinig ik mezelf. En vertel ik het verhaal van de vlekkeloze roem van Raghuvara (Rama), de schenker van de vier vruchten (dharma= juist handelen, artha= spirituele rijkdom, kaama= verlangen en moksha= ultieme verlossing).

बुद्घिहीन तनु जानिकै, सुमिरौं पवन-कुमार।
बल बुद्घि विद्या देहु मोहि, हरहु कलेश विकार॥

buddhihīna tanu jānike, sumirau pavana-kumāra.
bala buddhi vidyā dehu mohi, harahu kaleśa vikāra.

Wetend dat mijn lichaam een geest zonder wijsheid herbergt, roep ik Pavana’s zoon aan en smeek: ‘Schenk mij kracht, kennis en wijsheid en verdrijf de smart der onwetendheid en dwaling.’

॥ चौपाई ॥ (caupāī)

जय हनुमान ज्ञान गुण सागर।
जय कपीस तिहूँ लोक उजागर॥

jaya hanumāna jñāna guṇa sāgara.
jaya kapīsa tihū loka ujāgara.

Glorie aan Hanuman, oceaan van wijsheid en deugd; heil, o heer van de apen, schitterend in alle drie werelden.

रामदूत अतुलित बल धामा।
अंजनि पुत्र पवनसुत नामा॥

rāma-dūta atulita bala dhāmā.
aṃjani-putra pavana-suta nāmā.

Afgezant van Rama, zetel van weergaloze kracht; zoon van Anjani, zoon van de wind, genaamd.

महावीर विक्रम बजरंगी।
कुमति निवार सुमति के संगी॥

mahāvīra vikrama bajaraṃgī.
kumati nivāra sumati ke saṃgī.

O grote held, dappere strijder, die een zeer sterk lichaam heeft; die boze gedachten verdrijft en goede gedachten vergezelt.

कंचन बरन विराज सुवेसा।
कानन कुण्डल कुंचित केसा॥

kaṃcana barana virāja suvesā.
kānana kuṃḍala kuṃcita kesā.

Goud van kleur, schitterend in een prachtige gedaante, met ringen aan uw oren en haren die krullen.

हाथ वज्र और ध्वजा विराजै।
कांधे मूंज जनेऊ साजै॥

hātha vajra aura dhvajā virājai.
kāṃdhe mūṃja janeū sājai.

Knots (vajra) en vaandel sieren uw handen en uw schouder is getooid met het heilige koord van munja-gras.

शंकर सुवन केसरी नन्दन।
तेज प्रताप महा जगवन्दन॥

śaṃkara suvana kesarī nandana.
teja pratāpa mahā jagabandana.

O afstammeling van Shankar en zoon van Kesari; door de majesteit van uw schittering wordt u overal in de wereld vereerd.

विद्यावान गुणी अति चातुर।
राम काज करिबे को आतुर॥

vidyāvāna guṇī ati cātura.
rāma kāja karibe ko ātura.

Geleerd, deugdzaam en ten zeerste bedreven bent u, ernaar hunkerend Rama’s werk te volbrengen.

प्रभु चरित्र सुनिबे को रसिया।
राम लखन सीता मन बसिया॥

prabhu caritra sunibe ko rasiyā.
rāma lakhana sītā mana basiyā.

Verzaligd luistert u naar het levensverhaal van de heer; u die zetelt in de harten van Rama, Lakshmana en Sita.

सूक्ष्म रूप धरि सियहिं दिखावा।
विकट रूप धरि लंक जरावा॥

sūkṣma rūpa dhari siyahi dikhāvā.
vikaṭa rūpa dhari laṃka jarāvā.

U nam een kleine gedaante aan toen u zich aan Sita vertoonde; en een geweldige gedaante aannemend, heeft u Lanka verbrand.

भीम रूप धरि असुर संहारे।
रामचन्द्र के काज संवारे॥

bhīma rūpa dhari asura saṃhāre.
rāmacandra ke kāja saṃvāre.

Onder het aannemen van een vreselijke gedaante, vernietigde u de demonen en heeft u het werk van Rama volbracht.

लाय संजीवन लखन जियाये।
श्री रघुवीर हरषि उर लाये॥

lāya saṃjīvana lakhana jiyāye.
śrī raghuvīra haraṣi ura lāye.

Toen u het levenskruid haalde en daardoor Lakshmana het leven hergaf, drukte Rama u uit blijdschap tegen zijn hart.

रघुपति कीन्हीं बहुत बड़ाई।
तुम मम प्रिय भरतहि सम भाई॥

raghupati kīnhī bahuta baŗāī.
tuma mama priya bharatahi sama bhāī.

De heer van de Raghu-dynastie heeft u toen ten zeerste geprezen; ‘Gij zijt mijn broeder, evenals Bharata, zeer geliefd.’

सहस बदन तुम्हरो यश गावै।
अस कहि श्री पति कंठ लगावै॥

sahasa badana tumharo yaśa gāvai.
asa kahi śrī pati kaṃṭha lagāvai.

‘Hij met duizenden lichamen heeft uw roem bezongen’, aldus sprak de gemaal van Lakshmi (Vishnu) en toen heeft hij u omhelsd.

सनकादिक ब्रह्मादि मुनीसा।
नारद सारद सहित अहीसा॥

sanakādika brahmādi munīsā.
nārada sārada sahita ahīsā.

Sanaka, Brahma en de anderen, grootmeesters van de wijzen; Narada, Sharad, alsook de heer van de slangen.

यम कुबेर दिगपाल जहां ते।
कवि कोबिद कहि सके कहां ते॥

yama kubera digapāla jahā te.
kavi kobida kahi sake kahā te.

Yama, Kubera en de overige windrichtingen, dichters en geleerden; hoe zijn zij in staat uw lof te verkondigen?

तुम उपकार सुग्रीवहिं कीन्हा।
राम मिलाय राजपद दीन्हा॥

tuma upakāra sugrīvahi kīnhā.
rāma milāya rāja-pada dīnhā.

U hebt Sugriva een grote dienst bewezen; door hem met Rama in contact te brengen, heeft u hem het koningschap geschonken.

तुम्हरो मन्त्र विभीषण माना।
लंकेश्वर भए सब जग जाना॥

tumharo mantra vibhīṣaṇa mānā.
laṃkeśvara bhae saba jaga jānā.

Uw raad werd door Vibhishana opgevolgd en hij werd koning van Lanka, zoals de hele wereld bekend is.

युग सहस्त्र योजन पर भानू।
लाल्यो ताहि मधुर फल जानू॥

yuga sahastra yojana para bhānū.
līlyo tāhi madhura phala jānū.

De zon, duizenden yojana’s van afstand verwijderd, heeft u ingeslikt, hem voor een lekkere vrucht aanziend.

प्रभु मुद्रिका मेलि मुख माही।
जलधि लांघि गये अचरज नाहीं॥

prabhu mudrikā meli mukha māhī.
jaladhi lāṃghi gaye acaraja nāhī.

De ring van de heer (Rama) bewaarde u in uw mond en u bent toen over de oceaan gesprongen, wat geen verbazing wekt.

दुर्गम काज जगत के जेते।
सुगम अनुग्रह तुम्हरे तेते॥

durgama kāja jagata ke jete.
sugama anugraha tumhare tete.

Hoe moeilijk en zwaar het werk in de wereld ook is; het wordt eenvoudig en licht gemaakt door uw genade.

राम दुआरे तुम रखवारे।
होत न आज्ञा बिनु पैसारे॥

rāma duāre tuma rakhavāre.
hota na ājñā binu paisāre.

Van de poort van Rama bent u de bewaker en niemand kan zonder uw toestemming naar binnen gaan.

सब सुख लहै तुम्हारी सरना।
तुम रक्षक काहू को डरना॥

saba sukha lahai tumhārī saranā.
tuma rakṣaka kāhū ko ḍaranā.

Alle geluk bloeit op, wanneer men tot u zijn toevlucht neemt. Wat valt er te vrezen met u als beschermer?

आपन तेज सम्हारो आपै।
तीनों लोक हांक ते कांपै॥

āpana teja samhāro āpai.
tīno loka hāṃka te kāpai.

Uw schitterende kracht wordt door uzelf beheerst. Alle drie werelden sidderen wanneer uw kreet weerklinkt.

भूत पिशाच निकट नहिं आवै।
महाबीर जब नाम सुनावै॥

bhūta piśāca nikaṭa nahi āvai.
mahābīra jaba nāma sunāvai.

Geesten en demonen naderen niet wanneer men de naam van Hanuman laat klinken.

नासै रोग हरै सब पीरा।
जपत निरन्तर हनुमत बीरा॥

nāsai roga harai saba pīrā.
japata nirantara hanumata bīrā.

Ziekte verdwijnt en van alle pijn raakt men bevrijd, wanneer men aldoor de naam van de held Hanuman herhaalt.

संकट ते हनुमान छुड़ावै।
मन क्रम वचन ध्यान जो लावै॥

saṃkaṭa te hanumāna chuŗāvai.
mana krama vacana dhyāna jo lāvai.

Van nood en ellende verlost Hanuman een ieder, wanneer men zich in gedachte, daad en woord op hem concentreert.

सब पर राम तपस्वी राजा।
तिनके काज सकल तुम साजा॥

saba para rāma tapasvī rājā.
tinake kāja sakala tuma sājā.

Over allen heerst Rama, de wereldverzaker, als koning; en toch heeft u al zijn werk in orde gebracht.

और मनोरथ जो कोई लावै।
सोई अमित जीवन फल पावै॥

aura manoratha jo koī lāvai.
soī amita jīvana phala pāvai.

En wanneer wie ook nog wensen koestert, dan zal hij gedurende ontelbare levens de vruchten ontvangen.

चारों जुग परताप तुम्हारा।
है परसिद्घ जगत उजियारा॥

cāro juga paratāpa tumhārā.
hai parasiddha jagata ujiyārā.

Over al de vier tijdperken strekt uw majesteit zich uit; zeer beroemd, wordt erdoor de ganse wereld verlicht.

साधु सन्त के तुम रखवारे।
असुर निकन्दन राम दुलारे॥

sādhu santa ke tuma rakhavāre.
asura nikandana rāma dulāre.

Van de asceten en de heiligen bent u de beschermer, o verdelger der demonen en lieveling van Rama.

अष्ट सिद्घि नवनिधि के दाता।
अस वर दीन जानकी माता॥

aṣṭa siddhi nava-nidhi ke dātā.
asa vara dīna jānakī mātā.

“Wees de schenker van de acht siddhi’s en de negen nidhi’s,” aldus werd u door moeder Sita gezegend.

राम रसायन तुम्हरे पासा।
सदा रहो रघुपति के दासा॥

rāma rasāyana tumhare pāsā.
sadā raho raghupati ke dāsā.

Bij u berust de chemie van Rama; blijft u altijd de trouwe dienaar van de heer van de Raghu’s.

तुम्हरे भजन राम को पावै।
जनम जनम के दुख बिसरावै॥

tumhare bhajana rāma ko pāvai.
janama janama ke dukha bisarāvai.

Wanneer men u vereert, bereikt men Rama, waardoor men de smart van vele levens vergeet.

अन्तकाल रघुबर पुर जाई।
जहाँ जन्म हरि-भक्त कहाई॥

anta-kāla raghubara pura jāī.
jahā janma hari-bhakta kahāī.

En na de dood gaat men dan naar Raghuvara’s stad, waar men een levenslange toegewijde van Hari wordt genoemd.

और देवता चित्त न धरई।
हनुमत सेई सर्व सुख करई॥

aura devatā citta na dharaī.
hanumata seī sarva sukha karaī.

Andere goddelijke energieën hoeft men niet te vereren; door Hanuman te dienen, verwerft men alle geluk.

संकट कटै मिटै सब पीरा।
जो सुमिरै हनुमत बलबीरा॥

saṃkaṭa kaṭai miṭai saba pīrā.
jo sumirai hanumata balabīrā.

Moeilijkheden verdwijnen en alle pijn wordt weggenomen, wanneer men in gedachten de sterke held Hanuman aanroept.

जय जय जय हनुमान गोसाई।
कृपा करहु गुरुदेव की नाई॥

jaya jaya jaya hanumāna gosāī.
kṛpā karahu gurudeva kī nāī.

Heil en nogmaals heil, o Hanuman, heer van het heelal, ontfermt u zich gelijk over mij, o goddelijke meester.

जो शत बार पाठ कर सोई।
छूटहिं बंदि महासुख होई॥

jo śata bāra pāṭha kara koī.
chūṭahi baṃdi mahā-sukha hoī.

Wie dit honderd malen reciteert, raakt bevrijd van de banden en wordt groot geluk deelachtig.

जो यह पढ़ै हनुमान चालीसा।
होय सिद्घि साखी गौरीसा॥

jo yaha paŗhai hanumāna cālīsā.
hoya siddhi sākhī gaurīsā.

Wie deze Hanuman chalisa leest, verwerft de siddhi; getuige is de heer van Gauri.

तुलसीदास सदा हरि चेरा।
कीजै नाथ हृदय महं डेरा॥

tulasīdāsa sadā hari cerā.
kījai nātha hṛdaya mahaṃ ḍerā.

Tulsidas blijft altijd de dienaar van Hari. Neem uw intrek in mijn hart, o grote heer.

॥ दोहा ॥ (dohā)

पवनतनय संकट हरन, मंगल मूरति रूप।
राम लखन सीता सहित, हृदय बसहु सुर भूप॥

pavana-tanaya saṃkaṭa harana, maṃgala mūrati rūpa.
rāma lakhana sītā sahita, hṛdaya basahu sura bhūpa.

O zoon van de wind, verdrijver van ellende, in de gedaante van beeld van geluk; samen met Rama, Lakshmana en Sita, o vorst van de goddelijke gedaantes, neem uw zetel in mijn hart.

Kali chalisa

जय काली कलिमलहरणि, महिमा अगम अपार।
महिषमर्दिनी कालिका, देहू अभय अपार॥

jaya kālī kalimala-haraṇi, mahimā agama apāra.
mahiṣa-mardinī kālikā, dehū abhaya apāra.

Glorie aan Kali, de troostvoorziener en straffer van de zondaars. Uw glorie is onbegrensd. Door Mahishasura te vermoorden, heeft u ons voorzien van een angstloze wereld om in te leven.

अरि मद मान मिटावन हारी।
मुण्डमाल गल सोहत प्यारी॥

ari mada māna miṭāvana hārī.
muṇḍamāla gala sohata pyārī.

U bent de vernietiger van de vijands arrogantie. Uw nek is gedecoreerd met een krans van mensenschedels.

अष्टभुजी सुखदायक माता।
दुष्टदलन जग मे विख्याता॥

aṣṭabhujī sukha-dāyaka mātā.
duṣṭa-dalana jaga me vikhyātā.

O achtarmige troostvoorziener, moeder! U bent beroemd als de vernietiger van de zondaars in de wereld.

भाल विशाल मुकुट छवि छाजै।
कर मे शीश शत्रु का साजै॥

bhāla viśāla mukuṭa chavi chājai.
kara me śīśa śatru kā sājai.

De kroon op uw hoofd is zo mooi dat het niet te beschrijven is. Het hoofd van een zondaar in uw hand ziet er verfijnd uit.

दूजे हाथ लिए मधु प्याला।
हाथ तीसरे सोहत भाला॥

dūje hātha lie madhu pyālā.
hātha tīsare sohata bālā.

In uw tweede hand heeft u een kop honing en in de derde hand een speer.

चौथे खप्पर खड्ग कर पांचे।
छठे त्रिशूल शत्रु बल जांचे॥

cauthe khappara khaḍga kara pāṃce.
chaṭhe triśūla śatru bala jāṃce.

In de vierde hand heeft u een khappar, een dolk in uw vijfde hand en een drietand in uw zesde hand. Door deze te gebruiken, daagt u de vijanden uit.

सप्तम कर दमकत असि प्यारी।
शोभा अद्भुत मात तुम्हारी॥

saptama kara damakata asi pyārī.
śobhā adbhuta māta tumhārī.

U ziet er zo goddelijk uit met het schitterende zwaard in uw zevende hand.

अष्टम कर भक्तन वर-दाता।
जग मन्हरण रूप ये माता॥

aṣṭama kara bhaktana vara-dātā.
jaga manharaṇa rūpa ye mātā.

U geeft zegen aan uw devoten met uw achtste hand. Deze gedaante van u is heel aangenaam voor de wereld.

भक्तन मे अनुरक्त भवानी।
निशिदिन रटे ॠषि-मुनि ज्ञानी॥

bhaktana me anurakta bhavānī.
niśisina raṭe ṛṣi-muni jñānī.

O Bhavani! U houdt van uw devoten, zonder enige twijfel. Rishi’s, muni’s en geleerden bidden de hele tijd tot u.

महाशक्ति अति प्रबल पुनीता।
तू ही काली तू ही सीता॥

mahāśakti ati prabala punītā.
tū hī kālī tū hī sītā.

U bent de meest krachtige, hevige en vrome. U bent Kali, u bent Sita.

पतित-तारिणी हे जग-पालक।
कल्याणी पापी-कुल घालक॥

patita-tāriṇī he jaga-pālaka.
kalyāṇī pāpī-kula ghālaka.

O verlosser van de wereld! U verlost de zondaars. En u verlost ook de families van degenen die hun toevlucht tot u nemen.

शेष सुरेश न पावत पारा।
गौरी रूप धर्यो इक बारा॥

śeṣa sureśa na pāvata pārā.
gaurī rūpa dharyo ika bārā.

Eenmaal de magnifieke gedaante van Parvati te hebben aangenomen, konden Indra en de Sheshnag deze zelfs niet beschrijven.

तुम समान दाता नही दूजा।
विधिवत करे भक्तजन पूजा॥

tuma samāna dātā nahī dūjā.
vidhivata kare bhaktajana pūjā.

Niemand is zo zegengevend als u. Door rituelen te verrichten en gebeden aan u te offeren wordt u snel tevreden.

रूप भयंकर जब तुम धारा।
दुष्टदलन कीन्हेहु संहारा॥

rūpa bhayaṃkara jaba tuma dhārā.
duṣṭa-dalana kīnhehu saṃhārā.

Wanneer u ook uw hevige gedaante aanneemt, vermoordt u de zondaars samen met hun leger.

नाम अनेकन मात तुम्हारे।
भक्तजनो के संकट टारे॥

nāma anekana māta tumhāre.
bhakta-jano ke saṃkaṭa ṭāre

Uw namen zijn ontelbaar en alle namen voorzien de devoten van verlossing.

कलि के कष्ट कलेशन हरनी।
भव भय मोचन मंगल करनी॥

kali ke kaṣṭa kaleśana haranī.
bhava bhaya mocana maṃgala karanī.

U bent de genadige moeder die alle moeilijkheden wegneemt en bewijst dat verlossing van angst mogelijk is door het verrichten van goede activiteiten.

महिमा अगम वेद यश गावै।
नारद शारद पार न पावै॥

mahimā agama veda yaśa gāvai.
nārada śārada pāra na pāvai.

Uw grootheid is onbeschrijflijk en uw lof wordt ook beschreven in de veda’s. Narada, Sharad en andere geleerden zijn onbekwaam om u te beschrijven.

भू पर भार बढ्यौ जब भारी।
तब तब तुम प्रकटी महतारी॥

bhū para bhāra baḍhyau jaba bhārī.
taba taba tuma prakaṭī mahatārī.

Wanneer dan ook zonde vergrootte op deze aarde, verscheen u en verloste u uw devoten.

आदि अनादि अभय वरदाता।
विश्वविदित भव संकट त्राता॥

ādi anādi abhaya varadātā.
viśva-vidita bhava saṃkaṭa trātā.

U bent de verwijderaar van verdriet op deze wereld. U geeft de zegen om angstloos te worden op deze wereld.

कुसमय नाम तुम्हारौ लीन्हा।
उसको सदा अभय वर दीन्हा॥

kusamaya nāma tumhārau līnhā.
usako sadā abhaya vara dīnhā.

U helpt degene die u looft in moeilijke tijden en diegene wordt angstloos.

ध्यान धरे श्रुति शेष सुरेशा।
काल रूप लखि तुमरो भेषा॥

dhyāna dhare śruti śeṣa sureśā.
kāla rūpa lakhi tumaro bheṣā.

Wanneer u de gedaante van Kala aanneemt, beginnen de veda’s, Shesh en Indra u ook te aanbidden.

कलुआ भैरो संग तुम्हारे।
अरि हित रूप भयानक धारे॥

kaluā bhairo saṃga tumhāre.
ari hita rūpa bhayānaka dhāre.

Om demonen en andere vijanden te vernietigen is de krachtige Kala Bhairava altijd bij u.

सेवक लांगुर रहत अगारी।
चौंसठ जोगन आज्ञाकारी॥

sevaka lāṃgura rahata agārī.
cauṃsaṭha jogana ājñākārī.

64 yogi’s zijn uw brave devoten en staan altijd klaar om uw bevelen op te volgen.

त्रेता मे रघुवर हित आई।
दशकंधर की सैन नसाई॥

tretā me raghuvara hita āī.
daśakaṃdhara kī saina nasāī.

In tretayuga nam u een gedaante aan om Rama bij te staan in de oorlog tegen Ravana. Zo heeft u alle demonische legers vermoord.

खेला रण का खेल निराला।
भरा माँस-मज्जा से प्याला॥

khelā raṇa kā khela nirālā.
bharā māsa-majjā se pyālā.

U vecht de oorlog op een ongewone manier en vult uw khappar met het vlees en merg van de vijanden.

रौद्र रूप लखि दानव भागे।
कियौ गवन भवन निज त्यागे॥

raudra rūpa lakhi dānava bhāge.
kiyau gavana bhavana nija tyāge.

Door uw verschrikkelijke gedaante vluchtten de demonen vol angst naar hun huis.

तब ऐसौ तामस चढ़ आयो।
स्वजन विजन को भेद भुलायो॥

taba aisau tāmasa caŗha āyo.
svajana vijana ko bheda bhulāyo.

Wanneer het duister van zondes krachtig lijkt, nam u de gedaante die alles overwon.

ये बालक लखि शंकर आए।
राह रोक चरणन मे धाए॥

ye bālaka lakhi shaṃkara āe;
rāha roka charaṇana me dhāe.

Door uw verschrikkelijke gedaante te zien, veranderde Shiva zich in een kind en boog voor uw voeten.

तब मुख जीभ निकल जो आई।
यही रूप प्रचलित है माई॥

taba mukha jībha nikala jo āī.
yahī rūpa pracalita hai māī.

U wordt erg verheugd wanneer u Shiva aan uw voeten ziet. Uw tong komt eruit en deze gedaante van u wordt beroemd/bekend.

बाढ़्यो महिषासुर मद भारी।
पीड़ित किए सकल नर-नारी॥

bāŗhyo mahiṣāsura mada bhārī.
pīŗita kie sakala nara-nārī.

Wanneer de aarde perplex stond van Mahishasura’s arrogantie, voelde de gehele mensheid zich onveilig.

करुण पुकार सुनी भक्तन की।
पीर मिटावन हित जन-जन की॥

karuṇa pukāra sunī bhaktana kī.
pīra miṭāvana hita jana-jana kī.

Toen u de angstvolle roep van uw devoten hoorde, besloot u de mensheid te verlossen.

तब प्रगटी निज सौन समेता।
नाम पड़ा माँ महिष-विजेता॥

taba pragaṭī nija sauna sametā.
nāma paŗā mā mahiṣa-vijetā

Toen kwam u op aarde en vermoordde u Mahishasura. Sindsdien staat u bekend als de overwinnaar van Mahishasura.

शुम्भ निशुम्भ हने छन माही।
तुम सम जग दूसर कोउ नाही॥

śumbha niśumbha hane chana māhī.
tuma sama jaga dūsara kou nāhī.

U vermoordde demonen als Shumbha en Nishumbha in mum van tijd. Niemand ter wereld is als u.

मान मथनहारी खल दल के।
सदा सहायक भक्त विकल के॥

māna mathana-hārī khala dala ke.
sadā sahāyaka bhakta vikala ke.

U bent de vernietiger van de vijands arrogantie en u bent de helper van de devoten in moeilijkheden.

दीन विहीन करै नित सेवा।
पावै मनवांछित फल मेवा॥

dīna vihīna karai nita sevā.
pāvai manavāṃchita phala mevā.

Zij die u dagelijks dienen zullen voorzeker toevlucht bij u vinden en uw zegen ontvangen.

संकट मे जो सुमिरन करही।
उसके कष्ट मातु तुम करही॥

saṃkaṭa me jo sumirana karahī.
usake kaṣṭa mātu tuma karahī.

Wie u met devotie looft in moeilijke tijden, wordt door u verlost van ellende en kwellingen.

प्रेम सहित जो कीरति गावै।
भव बन्धन सो मुक्ती पावै॥

prema sahita jo kīrati gāvai;
bhava bandhana so mukti pāvai.

Wie u met devotie looft, wordt door u verlost van de cyclus van leven en dood.

काली चालीसा जो पढ़ही।
स्वर्गलोक बिनु बंधन चढ़ही॥

kālī cālīsā jo paŗhahī;
svarga-loka binu baṃdhana chaŗhahī.

Wie de Kali chalisa regelmatig leest, bereikt voorzeker moksha.

दया दृष्टि हेरौ जगदम्बा।
केहि कारण माँ कियो विलम्बा॥

dayā dṛṣṭi herau jagadambā.
kehi kāraṇa mā kiyo vilambā.

O moeder van de wereld! Verlos mij ook. Waarom duurt het zo lang, o moeder?

करहु मातु भक्तन रखवाली।
जयति जयति काली कंकाली॥

karahu mātu bhaktana rakhavālī.
jayati jayati kālī kaṃkālī.

O moeder, sta uw devoten altijd bij. Wij prijzen u met heel ons innerlijk. Glorie, glorie aan Kali.

सेवक दीन अनाथ अनारी।
भक्तिभाव युत शरण तुम्हारी॥

sevaka dīna anātha anārī;
bhakti-bhāva yuta sharaṇa tumhārī.

Deze dwaas, arme dienaar van u zoekt zijn/haar toevlucht tot u, vol devotie. Vergeef me mijn fouten.

॥ दोहा ॥ (dohā)

प्रेम सहित जो करे, काली चालीसा पाठ।
तिनकी पूरन कामना, होय सकल जग ठाठ॥

prema sahita jo kare, kālī cālīsā pāṭha.
tinakī pūrana kāmanā, hoya sakala jaga ṭhāṭha.

Wie deze Kali chalisa met een vrome geest reciteert, zal nooit iets tekortkomen.

(Bron: Śrī Kālī Cālīsā – Shivam Publications)

Krishna chalisa

बंशी शोभित कर मधुर। नील जलज तनु श्याम॥
अरुण अधर जनु बिम्ब फल। नयन कमल अभिराम॥
पूरन इन्दु अरविन्द मुख। पीताम्बर सुचि साज॥
जय मनमोहन मदन छवि। कृष्णचन्द्र महाराज॥

baṃśī śobhita kara madhura. nīla jalaja tanu śyāma.
aruṇa adhara janu bimba phala. nayana kamala abhirāma.
pūrana indu aravinda mukha. pītāmbara suci sāja.
jaya manamohana madana chavi. kṛṣṇacandra mahārāja.

De zoetklinkende fluit verfraait uw handen. Uw donkere lichaam is als de blauwe lotusbloem.
Uw vuurrode lippen zijn als de bimba-vrucht en uw ogen zijn als de tevredenstellende lotusbloemen. Uw gezicht is als een bloeiende lotusbloem en schittert als de volle maan. U bent mooi gekleed in uw gele zijden kleding. Glorie aan de hartendief, de grote koning Krishnachandra.

जय जय यदुनंदन जग वंदन।
जय वसुदेव देवकी नंदन॥
जय यशोदा सुत नंद दुलारे।
जय प्रभु भक्तन के रखवारे॥

jaya jaya yadunaṃdana jaga vaṃdana.
jaya vasudeva devakī naṃdana.
jaya yaśodā suta naṃda dulāre.
jaya prabhu bhaktana ke rakhavāre.

Glorie aan de zoon van de Yadava-dynastie, degene die wereldwijd geliefd is. Glorie aan de zoon van Vasudeva en Devaki. Glorie aan de geliefde zoon van Yashoda en de lieveling van Nanda. Glorie aan de heer die de beschermer is van de devoten.

जय नटनागर नाग नथैया।
कृष्ण कन्हैया धेनु चरैया॥
पुनि नख पर प्रभु गिरिवर धारो।
आओ दीनन कष्ट निवारो॥

jaya naṭa-nāgara nāga nathaiyā.
kṛṣṇa kanhaiyā dhenu caraiyā.
puni nakha para prabhu girivara dhāro.
āo dīnana kaṣṭa nivāro.

Glorie aan de meest succesvolle speler, de beheerser van de slang. U bent werkelijk de koeherder. O heer! U heeft de berg Govardhana opgetild op uw pink. Kom, o grote heer, en bevrijd ons van onze lasten.
O heer, u houdt de zoetklinkende fluit tegen uw lippen. Vervul onze wensen. Kom weer, o heer, om zure room te eten en vandaag de eer van uw devoot te beschermen.

गोल कपोल चिबुक अरुनारे।
मृदु मुस्कान मोहिनी डारे॥
राजित राजीव नयन विशाला।
मोरे मुकट वैजंतीमाला॥

gola kapola cibuka arunāre.
mṛdu muskāna mohinī ḍāre.
rājita rājīva nayana viśālā.
more mukuṭa vaijaṃtī-mālā.

Met roodachtige mollige wangen is uw lach vriendelijk en betoverend. U heeft grote lotusachtige ogen, u draagt een kroon versierd met een pauwveer en draagt een krans van Vaijanti-bloemen.

कुंडल श्रवण पीत पट आछे।
कटि किंकिनी काछनी काछे॥
नील जलज सुंदर तन सोहै।
छवि लखि सुर नर मुनि मन मोहै॥

kuṃḍala śravaṇa pīta paṭa āche.
kaṭi kiṃkinī kāchanī kāche.
nīla jalaja suṃdara tana sohai.
chavi lakhi sura nara muni mana mohai.

Uw oren zijn elegant versierd met gouden oorringen, terwijl de snuisterij op uw kleding en de lendendoek er genadig uitzien. Goddelijke gedaantes, mensen en wijzen raken in trance als ze uw mooie en magnifieke lichaam zien die als de blauwe lotus is.

मस्तक तिलक अलक घुंघराले।
आओ श्याम बांसुरी वाले॥
करि पय पान पूतनाहिं तार्यो।
अका-बका कागासुर मार्यो॥

mastaka tilaka alaka ghuṃgharāle.
āo śyāma bāṃsurī vāle.
kari paya pāna pūtanāhi tāryo.
akā-bakā kāgāsura māryo.

Uw voorhoofd is versierd met een tilak en u heeft mooi haar op uw hoofd. Kom alstublieft, o Shyam, Degene met de fluit. Als baby verloste u de vrouwelijk demon Putana. U zoog aan haar verschrikkelijke borst en haalde zowel het gif als haar leven eruit. U doodde ook vele demonen als Aka-, Baka- en Kagasura.

मधुवन जलत अगिन जब ज्वाला।
भये शीतल लखतहिं नंदलाला॥
जब सुरपति बृज चढ्यो रिसाई।
मूसरधार भारी बरसाई॥

madhuvana jalata agina jaba jvālā.
bhaye śītala lakhatahi naṃdalālā.
jaba surapati bṛja caḍyo risāī.
mūsara-dhāra bhārī barasāī.

Toen er wild vuur uitbrak in het bos Madhuvana, slikte de zoon van Nanda die woeste vuurzee in en bracht de koelte terug. De heerser van de goddelijke gedaantes, Indra, was zo kwaad, en veroorzaakte hevige regen en bliksem in Vraja.

लखत लखत बृज चहत बहायो।
गोवर्धन नख धरि बचायो॥
लखि यशोदा मन भ्रम अधिकाई।
मुख मह चौदह भुवन दिखाई॥

lakhata lakhata bṛja cahata bahāyo.
govardhana nakha dhari bacāyo.
lakhi yaśodā mana bhrama adhikāī.
mukha maha caudaha bhuvana dikhāī.

Toen heel Vraja onder water dreigde te gaan liggen, redde de heer het door de berg Govardhana op één vinger op te tillen en de Vraja op deze wijze onder de berg te beschermen. Om de twijfels in moeder Yashoda’s gedachten te verwijderen liet u in uw mond de veertien werelden zien.

दुष्ट कंस अति उधम मचायो।
कोटि कमल कह फूल मंगायो॥
नाथि कालियाहिं को तुम लीन्हो।
चरण चिन्ह दै निर्भय कीन्हो॥

duṣṭa kaṃsa ati udhama macāyo.
koṭi kamala kaha phūla maṃgāyo.
nāthi kāliyāhi ko tuma līnho.
caraṇa cinha dai nirbhaya kīnho.

Toen de boosaardige Kamsa grote averij creëerde en tien miljoen lotusbloemen vroeg, versloeg u Kaliya door uw voetafdrukken op zijn hoofd te plaatsen.

करि गोपिन संग रास विलासा।
सब की पूर करी अभिलाषा॥
अगणित महा असुर संहार्यो।
कंसहि केश पड़ दै मार्यो॥

kari gopina saṃga rāsa vilāṣā.
saba kī pūra karī abhilāṣā.
agaṇita mahā asura saṃhāryo.
kaṃsahi keśa paŗa dai māryo.

U vervulde de wensen van alle gopi’s door de rasa met ze te spelen. U vernietigde ontelbare demonen en bij Kamsa pakte u hem stevig vast aan zijn haar, duwde hem hard neer en vermoordde hem.

मातु पिता की बंदि छुड़ायो।
उग्रसेन कह राज दिलायो॥
महि से मृतक छहों सुत लायो।
मातु देवकी शोक मिटायो॥
नरकासुर मुर खल संहारी।
लाये षटदश सहस कुमारी॥

mātu pitā kī baṃdī chuŗāyo.
agrasena kaha rāja dilāyo.
mahi se mṛtaka chaho suta lāyo.
mātu devakī śoka miṭāyo.
narakāsura mura khala saṃhārī.
lāye ṣaṭadaśa sahasa kumārī

Toen u uw moeder en vader had verlost van hun gevangenschap, gaf u Ugrasena zijn verloren koninkrijk terug. U bracht de zes dode zonen van Devaki terug en bevrijdde haar van haar rouw. U vermoordde de demon Narakasura en ook de demon Mura, en bevrijdde zestien duizend maagden die door Narakasura gevangen werden gehouden.

दई भीम तृण चीर इशारा।
जरासंध राक्षस कहं मारा॥
असुर वृकासुर आदिक मार्यउ।
निज भक्तन कर कष्ट निवार्यउ॥

daī bhīma tṛṇa cīra iśārā.
jarāsaṃdha rākṣasa kaha mārā.
asura vṛkāsura ādika māryau.
nija bhaktana kara kaṣṭa nivāryau.

Door een cryptisch signaal, het splijten van een takje, instrueerde u Bhima hoe Jarasandha kon worden vermoord. Door vele demonen als Vrikasura te vermoorden verlichtte u de lasten van uw devoten.

दीन सुदामा के दुख टार्यो।
तण्डुल तीन मुठि मुख डार्यो॥
दुर्योधन के त्याग्यो मेवा।
कियो विदुर घर शाक कलेवा॥

dīna sudāmā ke dukha ṭāryo.
taṇḍula tīna muṭhi mukha ḍāryo.
duryodhana ke tyāgyo mevā.
kiyo vidura ghara śāka kalevā.

U verwijderde de armoede van de nobele Sudama en at de drie handenvol rijst met genot. Terwijl u Duryodhana’s delicatessen (gedroogde vruchten die hij hem schonk) weigerde, genoot u van de maaltijd van bladgroenten bij Vidura thuis.

लखि प्रेम तुहि महिमा भारी।
नौमि श्याम दीनन हितकारी॥
भारत में पारथ रथ हाके।
लिये चक्र कर नहीं बल थाके॥

lakhi prema tuhi mahimā bhārī.
naumi śyāma dīnana hitakārī.
bhārata me pāratha ratha hāke.
liye cakra kara nahī bala thāke.

O Shyam, hij die met de armen meeleeft, uw grote genade en glorie getuigend buig ik tot u. U bestuurde de strijdwagen tijdens de strijd in de Mahabharata. U bleef ongedeerd met de discus in uw hand.

निज गीता के ज्ञान सुनाये।
भक्तन ह्रदय सुधा सरसाये॥
मीरा ऐसी मतवाली।
विष पी गई बजाकर ताली॥

nija gītā ke jñāna sunāye.
bhaktana hṛdaya sudhā sarasāye.
mīrā aisī matavālī.
viṣa pī gaī bajākara tālī.

U communiceerde de kennis van de Gita en liet de harten van uw devoten het nectar van liefde proeven. Meera, uw devote, was zo verdiept in uw onvoorwaardelijke devotie, dat ze zelfs met plezier vergif dronk.

राणा भेजा साँप पिटारी।
शालिग्राम बने बनवारी॥
निज माया तुम विधिहिं दिखायो।
उर ते संशय सकल मिटायो॥

rāṇā bhejā sāpa piṭārī.
śāligrāma bane banavārī.
nija māyā tuma vidhihi dikhāyo.
ura te saṃśaya sakala miṭāyo.

Toen, o Banavari, de koning een mand met een slang erin stuurde, nam u de vorm van de Shaligrama aan. Door uw illusionaire krachten aan Brahma te laten zien verdreef u al zijn bange voorgevoelens.

तव शतनिंदा करि तत्काला।
जीवन मुक्त भयो शिशुपाला॥
जबहिं द्रौपदी टेर लगाई।
दीनानाथ लाज अब जाई॥

tava śataniṃdā kari tatkālā.
jīvana mukta bhayo śiśupālā.
jabahi draupadī ṭera lagāī.
dīnānātha lāja aba jāī.

Toen Shishupala u bekladde beëindigde u zijn leven. Toen Draupadi smeekte om uw hulp: “O heer van de verdrietigen, mijn eer staat op het spel.”

तुरतहिं वसन बने नंदलाला।
बढ्यो चीर भे अरि मुँह काला॥
अस अनंत के नाथ कन्हैया।
डूबत भँवर बचावहिं नैया॥

turatahi vasana bane naṃdalālā.
baḍyo cīra bhe ari muha kālā.
asa anaṃta ke nātha kanhaiyā.
ḍūbata bhavara bacāvahi naiyā.

Toen bleef u haar kleding verlengen, o zoon van Nanda. En de samengekomen leden werden zwart van ongeloof. O Kanhaiya, u bent zo groot als een voogd van de hulpeloze wees, dat u elke zinkende boot redt uit de draaikolk van het leven.

सुंदरदास वास दुर्वासा। करत विनय प्रभु पूजहु आसा॥
नाथ सकल उरि कुमित निवारो। छमौं वेगि अपराध हमारो॥
खोलो पट अब दर्शन दीजै। बोलो कृष्ण कन्हैया की जय॥

suṃdaradāsa vāsa durvāsā. karata vinaya prabhu pūjahu āsā.
nātha sakala ari kumita nivāro. chamau vegi aparādha hamāro.
kholo paṭa aba darśana dījai. bolo kṛṣṇa kanhaiyā kī jaya.

O heer! Sundaradas, een gevangene van de ashram van Durvasa, smeekt u zijn wensen te vervullen. Verwijder alle onwetendheid van mijn hart en vergeef me mijn fouten. Onthul uzelf en laat u zien. Moge we zeggen “Glorie aan Kanhaiya”.

॥ दोहा ॥ (dohā)

कृष्णचंद्र के नाम से, होत प्रफुल्लित गात।
तन घातक पातक टरत, रोग दूर होय जात॥

kṛṣṇacandra ke nāma se, hota prabhullita gāta.
tana ghātaka pātaka ṭarata, roga dūra hoya jāta.

De naam van Krishna doet het lichaam zich opwinden. Het roeit alle dodelijke zondes uit die fataal zijn voor het lichaam en heelt het van alle ziektes.

चालीसा जो यह नित पढ़ै। कठिन कष्ट कटि जाय॥
धन जन बल विद्या बढ़ै। नित नर सुख सरसाय॥

cālīsā jo yaha nita paŗhai. kaṭhina kaṣṭa kaṭi jāya.
dhana jana bala vidyā baŗhai. nita nara sukha sarasāya.

Hij die deze chalisa regelmatig reciteert, wordt bevrijd van het grootste leed. Veelvoud van rijkdom, kracht, kennis en nageslacht zullen toenemen en elke dag zal toevoegen aan zijn vreugde.

यह चालीसा कृष्ण का। पाठ करै उर धारि॥
अष्ट सिद्धि नव निधि फल। लहै पदारथ चारि॥

yaha cālīsā kṛṣṇa kā. pāṭha karai ura dhāri.
aṣṭa siddhi nava nidhi phala. lahai padāratha cāri.

Hij die deze chalisa van Krishna met concentratie reciteert, zal de vruchten van de acht siddhi’s (bovenzinnelijke krachten die te verkrijgen zijn via yoga) en negen nidhi’s (soorten schatten) ontvangen, evenals de vier zeldzame vruchten van het leven (dharma, artha, kaama en moksha).

(Bron: Śrī Kṛṣṇa Cālīsā – Shivam Publications)

Lakshmi chalisa

॥ दोहा ॥ (dohā)

जय जय श्री लक्ष्मी, कीजै कृपा अपार।
दीजै धन जन जानि निज, लीजै शरण मंझार॥

jaya jaya śrī lakṣmī, kījai kṛpā apāra.
dījai dhana jana jāni nija, lījai śaraṇa maṃjhāra.

Glorie, glorie aan u, o Lakshmi, moge u genadig zijn op me en me mensen en geld geven. Zie me als uw eigen toegewijde en wees mijn toevlucht.

जयति जयति जगनिधिवती, भाग्यवती धनवती।
जय जय जलज विलासिनी, घट घट महँ विचरन्ती॥

jayati jayati jagani-dhivatī, bhāgyavatī dhanavatī.
jaya jaya jalaja vilāsinī, ghaṭa ghaṭa maha vicarantī.

Glorie, glorie aan u, o eigenaar van de werelds schat. U bent gezegend met goed geluk en immense voorspoed. Glorie, glorie aan u, o godin die royaal zit op de lotus die uit het water wordt geboren en van hart naar hart wandelt.

जय जय श्री कमले हरि प्रिये, जलनिधि तनये अम्ब।
विनवत सुन्दरदास, इक माँ तेराहिं अवलम्ब॥

jaya jaya śrī kamale hari priye, jalanidhi tanaye amba.
vinavata sundaradāsa, eka mā terāhi avalamba.

Glorie, glorie aan u, o moeder Lakshmi, geliefde metgezel van Vishnu en dochter van Jalanidhi (de oceaan). Met gebedvolle nederigheid vertelt Sundaradas dat u zijn enige steun bent, o moeder.

॥ चौपाई ॥ (caupāī)

सब सुख भरनी लक्ष्मी अम्बा।
दीनन पर कहँ करति विलम्बा॥
तू त्रिभुवन तुम नाशनी हारी।
हो जग जननी विष्णु की प्यारी॥

saba sukha bharanī lakṣmī ambā.
dīnana para kaha karati vilambā.
tū tribhuvana tuma nāśanī hārī.
ho jaga jananī viṣṇu kī pyārī.

O moeder Lakshmi, u vervult iedere wens; wat weerhoudt u ervan om genadig te zijn op de hulpelozen? O bron van de wereld, geliefde metgezel van Vishnu, u bent de verwijderaar van mistroostigheid die de drie werelden bedekt.

भेद तुम्हारा ना कोउ पावत।
क्षण महँ सुख सम्पति उपजावत॥
पावत शेषादिक नहि अंता।
महिमा अनुपम अगम अनन्ता॥

bheda tumhārā nā kou pāvata.
kṣaṇa maha sukha sampati upajāvata.
pāvata śeṣādika nahi aṃtā.
mahimā anupama agama anantā.

Niemand kan uw essentie doorgronden, u zaaide de zaden van voorspoed en oogst het allemaal in slechts een moment. Aangezien u oneindig bent, faalt zelfs de Sheshnag erin om uw geheim te ontrafelen. Zo mysterieus en eindeloos is uw glorie.

मुकुट बिच शिशु चन्द्र विराजत।
तीसर नयन भाल बिच साजत॥
झूमत झूमक मणिन लड़न की।
सोहत चोली हरित वरण की॥

mukuṭa bica śiśu candra virājata.
tīsara nayana bhāla bica sājata.
jhūmata jhūmaka maṇina laŗana kī.
sohata colī harita varaṇa kī.

De nieuwe maan ligt schitterend in het midden van de kroon op uw hoofd, terwijl uw derde oog het midden van uw voorhoofd versiert. Edelstenen schitteren om uw nek als hangertjes, terwijl uw groene blouse uw lichaam prachtig siert.

पुष्पराज हिम हार विराजत।
लखि छवि सहस वदन मन लाजत॥
फहरत अरुण रंग की सारी।
मर्कत मणि शुचि जड़ित कीनारी॥

puṣparāja hima hāra virājata.
lakhi chavi sahasa vadana mana lājata.
phaharata aruṇa raṃga kī sārī.
markata maṇi śuci jaŗita kīnārī.

De krans van lotussen op uw boezem ziet er geweldig uit en de duizendhoofdige Sheshnag wordt bescheiden als hij de schoonheid ervan ziet. U bent gekleed in een winterappelkleurige saree waarvan de rand pure smaragd bevat en in de wind fladdert.

कटि किंकिनी गुच्छित त्रिमणियाँ।
पद कमलन झनकत पैजनियाँ॥
शोभा अमित तेज की खानी।
लसित शस्त्र अष्टादश पाणी॥

kaṭi kiṃkinī gucchita trimaṇiyā.
pada kamalana jhanakata paijaniyā.
śobhā amita teja kī khānī.
lasita śastra aṣṭādaśa pāṇī.

U draagt een bos van drievoudige klokken versierd met edelstenen om uw banden die rinkelen op uw lotusvoeten. U bent waarlijk een bron van eeuwige toevlucht en een godin met achttien armen die allemaal mooi bewapend zijn met verschillende objecten.

गदा पद्म त्रिशूल कृपाणन।
शंख चक्र राजित धनुबाणन॥
वज्र कुण्डिका पाशु कुठारी।
अति शुचि अक्षमाल कर धारी॥

gadā padma triśūla kṛpāṇana.
śaṃkha cakra rājita dhanubāṇana.
vajra kuṇḍikā pāśu kuṭhārī.
ati śuci akṣamāla kara dhārī.

De meest bijzondere van hen is een knots, een lotus, een drietand, een zwaard, een schelphoorn, een discus, een dis, een boog en pijlen. Hieraan toegevoegd draagt u een bliksemschicht, een waterpot gemaakt van hout of aarde, een lus, een bijl en een krans van rudraksha.

सुधा कलशरस हस्त विराजत।
घण्टा विजय घनाघन बाजत॥
माँ उत्पत्ति कथा सुखदायी।
वेद पुराण सदा यश गायी॥

sudhā kalaśarasa hasta virājata.
ghaṇṭā vijaya ghanāghana bājata.
mā utpatti kathā sukhadāyī.
veda purāṇa sadā yaśa gāyī.

Een waterpot met nectar siert één van uw handen, terwijl de gong, die uw overwinning op de demonen aankondigt, klinkt met een diep geluid. O moeder, het verhaal van uw oorsprong is prachtig, zeggen de veda’s en purana’s die altijd meedoen met het zingen van uw glorie.

एक समय अस विधि भये बामा।
मचिगे देवासुर संग्रामा॥
सुर असुरन महँ अति भयकारी।
मच्यो युद्ध तिहुँ लोक मझारी॥

eka samaya asa vidhi bhaye bāmā.
macige devāsura saṃgrāmā.
sura asurana maha ati bhayakārī.
macyo yuddha tihu loka majhārī.

Toen Brahma ooit ontevreden was met de demonen brak er een oorlog uit tussen hen en de goddelijke gedaantes. Het was zo’n vreselijke strijd, dat alle drie werelden in een slagveld veranderden.

तब महिषासुर निज भुजबल से।
सुरबि पराजित कीन्ह्यो छल से॥
बनि आपुहि देवन कहँ राजा।
इन्द्रासन पर जाय विराजा॥

taba mahiṣāsura nija bhujabala se.
surabi parājita kīnhyo chala se.
bani āpahi devana kaha rājā.
indrāsana para jāya virājā.

Het was toen dat de demon Mahishasura zijn verworven macht misbruikte, goddelijke gedaantes aanviel, zichzelf kroonde tot de koning van de hemelen en vol trots op de troon van Indra zat.

लखि शिव विष्णु कुपित चित भयऊ।
अति रिसबाढ़ि भृकुटि छिड़ गयऊ॥
महालक्ष्मी तू ही स्थल से।
प्रगटि तेज पुंज के बल से॥

lakhi śiva viṣṇu kupita cita bhayaū.
ati risabāŗhi bhṛkuṭi chiŗa gayaū.
mahālakṣmī tū hī sthala se.
pragaṭi teja puṃja ke bala se.

Toen zij dit zagen, werden Vishnu en Shiva kwaad en hoe intenser hun woede werd gingen hun wenkbrauwen omhoog. O grote godin Lakshmi, u verzamelde rijke grond en voegde die toe aan uw grote krachten, zodat deze in uw lichaam konden verzamelen.

लखि सुर मुनि प्रसन्न मन भयऊ।
निज-निज शक्ति मातु कहँ दयऊ॥
मुख मे बसे तेज बनि शंकर।
विष्णु ओज बनि बसे भुजन पर॥

lakhi sura muni prasanna mana bhayaū.
nija-nija śakti mātu kaha dayaū.
mukha me base teja bani śaṃkara.
viṣṇu oja bani base bhujana para.

Toen de goddelijke gedaantes en asceten u zagen, werden ze verheugd. Ieder van hen gaf u een wapen. In uw gezicht zetelt Shiva als uw uitstraling en op uw armen ligt Vishnu als uw glans en kracht.

चरण ब्रह्मा अंगुलि महिँ भानु।
बस्यो किरण बनि द्रगन कृशानु॥
दिये प्रजापति दशन ललामा।
धरे कुबेर लक्ष्मी नामा॥

caraṇa brahmā aṃguli mahi bhānu.
basyo kiraṇa bani dragana kṛśānu.
diye prajāpati daśana lalāmā.
dhare kubera lakṣmī nāmā.

Brahma werd uw voeten en de zon werden uw vingers, Agni werd het licht van uw ogen, Prajapati gaf u rijen van prachtige tanden en Kubera gaf u de naam Lakshmi.

सबै शक्ति देवन सो पाई।
माँ भई तेज पुंज अधिकारी॥
अट्टहास करि गरज्यो जबहिं।
कंपि उठ्यो दसहु दिशि तबहिं॥

sabai śakti devana so pāī.
mā bhaī teja puṃja adhikārī.
aṭṭahāsa kari garajyo jabahi.
kaṃpi uṭhyo dasahu diśi tabahi.

U verkreeg al uw macht van de goddelijke gedaantes en zo werd u de belichaamde kracht van de goddelijke gedaantes, o moeder. Toen u uitbarstte in schaterlachen en brulde als donderwolken schrokken en rilden de tien richtingen van angst.

उछल्यो उदधि चलित भये धरनी।
मच्यो युद्ध तस जाय न वरणी॥
सक्यो न सहि महिभार अपारा।
थक्यो शेष कीन्ह फुंकारा॥

uchalyo udadhi calita bhaye dharanī.
macyo yuddha tasa jāya na varaṇī.
sakyo na sahi mahibhāra apārā.
thakyo śeṣa kīnha phuṃkārā.

De oceaan sprong en de aarde bewoog; een vreselijke strijd begon die niet kan worden beschreven. De oneindige zware last van de aarde was meer dan de Sheshnag kon dragen, wat hem deed puffen van uiterste uitputting.

डगमग डोलत भये गिरि कैसे।
राम विमुख ना नहि थिर जैसे॥
महिषासुर जब रचि बहु माया।
महा थकित भा पर पार न पाया॥

ḍagamaga ḍolata bhaye giri kaise.
rāma vimukha nā nahi thira jaise.
mahiṣāsura jaba raci bahu māyā.
mahā thakita bhā para pāra na pāyā.

Bergen beefden net als de gedachten van de mensen die Rama afkeren. Toen Mahishasura zijn krachten op verschillende manieren tevergeefs gebruikte werd hij steeds maar moe.

तब माँ केश पकड़ि वध कीन्ह्यो।
देवन गगन दुंदुभि दीन्ह्यो॥
धनि हो धन्य लक्ष्मी माता।
शेष महेश आदि गुण गाता॥

taba mā keśa pakaŗi vadha kīnhyo.
devana gagana duṃdubhi dīnhyo.
dhani ho dhanya lakṣmī mātā.
śeṣa maheśa ādi guṇa gātā.

Toen, o moeder, pakte u zijn haar vast en slachtte hem. Dit deed de goddelijke gedaantes in de hemelen trommelen van plezier. Gezegend bent u, o gezegende moeder Lakshmi, wiens lof wordt gezongen door de Sheshnag, Shiva en vele anderen.

तव समान को अस जग जननी।
अति दरिद्रानि सुख सम्पति भरनी॥
सत्य सनेह मातु कहँ लागत।
ह्वै दुख दूर सकल भय भागत॥

tava samāna ko asa jaga jananī.
ati daridrāni sukha sampati bharanī.
satya saneha mātu kaha lāgata.
hvai dukha dūra sakala bhaya bhāgata.

O bron van de kosmos, is er iemand die kan worden vergeleken met u? U zegent zelfs de meest gemenen en geeft ze geluk en voorspoed. Als iemand waar toegewijd is aan u, o moeder, dan is hij bevrijd van zijn angsten en kwellingen.

सदा लक्ष्मी सत्य की चेरी।
करहि वास सत्यहि उर हेरी॥
करत सत्य जो माँ गुण गाना।
भरत सु भवन अटूट खजाना॥

sadā lakṣmī satya kī cerī.
karahi vāsa satyahi ura herī.
karata satya jo mā guṇa gānā.
bharata su bhavana aṭūṭa khajānā.

U dient altijd de waarheid, o Lakshmi, en verblijft in de harten van de ware devoten. O moeder, als iemand uw glorie vanuit zijn hart zingt, dan vult u zijn huis onuitputtelijk met schatten.

दरसत माँ छवि परसत चरणन।
बरसत मुद्रा छननन छननन॥
हेरसत मन तन तरसत पुनि पुनि।
देहिँ दरस माँ टेरहिं सुनि-सुनि॥

darasata mā chavi parasata caraṇana.
barasata mudrā chananana chananana.
herasata mana tana tarasata puni puni.
dehi darasa mā ṭerahi suni-suni.

Rijkdom giet neer op de persoon die uw schoonheid waarneemt en uw voeten eerbiedig aanraakt. Hij wordt gevuld met verlichting en toch verlangt hij herhaaldelijk naar een glimp van u. O moeder, aanhoor mijn roepingen en laat uzelf aan me zien.

सुन्दरदास सुमिरि दुर्वासा।
गह्यऊ मातु चरणन की आसा॥
अस धन कोष मातु से पायो।
जो न घटयो नित अति सुख छायो॥

sundaradāsa sumiri durvāsā.
gahyaū mātu caraṇana kī āsā.
asa dhana koṣa mātu se pāyo.
jo na ghaṭayo nita ati sukha chāyo.

Met de wijze Durvasa in zijn gedachten houdt Sundardas de voeten van moeder Lakshmi, zijn enige hoop, vast. Hij heeft rijkdom als beloning gekregen en in plaats van het te verminderen draagt hij dagelijks bij aan diep geluk.

॥ दोहा ॥ (dohā)

महालक्ष्मी चरित यह, चालीसा चित लाय।
पाठ करै नित नेम सो, ॠणीहु धनी हो जाय॥

mahālakṣmī carita yaha, cālīsā cita lāya.
pāṭha karai nita nema so, ṛṇīhu dhanī ho jāya.

Hij die deze Lakshmi chalisa met volle concentratie zingt en zuiverheid nastreeft, bereikt voorspoed, ook al zit hij in diepe schulden.

नित नव सुख सम्पति बढ़ै, कहै शास्त्र सत ग्रन्थ।
अंत शान्ति आनन्दमय, लहै मुक्ति का पंथ॥

nita nava sukha sampati baŗhai, kahai śāstra sata grantha.
aṃta śānti ānandamaya, lahai mukti kā paṃtha.

Hij wordt steeds voorspoediger en gelukkiger, zeggen de shastra’s en geschriften. O moeder, belichaming van zegen, u beloont hem met groots geluk en vrede, en staat hem toe het pad van verlichting te bereiken.

(Bron: Śrī Lakṣmī Cālīsā – Shivam Publications)

Rama chalisa

॥ दोहा ॥ (dohā)

गणपति चरण सरोज गहि। चरणोदक धरि भाल॥
लिखौं विमल रामावली। सुमिरि अंजनीलाल॥

gaṇapati caraṇa saroja gahi. caraṇodaka dhari bhāla.
likhau vimala rāmāvalī. sumiri aṃjanī-lāla.

Nadat ik de lotusvoeten van Ganesha heb aangeraakt en mijn voorhoofd heb ingesmeerd met het water dat zijn voeten heeft gewassen, mediteer ik op de zoon van Anjani (Hanuman) en schrijf ik deze serie verzen in de glorie van Rama.

राम चरित वर्णन करौं। रामहिं हृदय मनाई॥
मदन कदन रत राखि सिर। मन कहँ ताप मिटाई॥

rāma carita varṇana karau. rāmahi hṛdaya manāī.
madana kadana rata rākhi sira. mana kaha tāpa miṭāī.

Met Rama’s beeld in mijn hart en mijn hoofd aan de voeten van Shiva denk ik aan de heilige activiteiten van Rama, zodat het alle onzuiverheden en ondraaglijke pijnen van mijn hart kan vernietigen.

॥ चौपाई ॥ (caupāī)

राम रमापति रघुपति जय जय।
महा लोकपति जगपति जय जय॥
राजित जनक दुलारी जय जय।
महिनन्दिनी प्रभु-प्यारी जय जय॥

rāma ramāpati raghupati jaya jaya.
mahā lokapati jagapati jaya jaya.
rājita janaka dulārī jaya jaya.
mahinandinī prabhu-pyārī jaya jaya.

Glorie aan Rama, heer van Sita en heer van het huis van Raghu. Glorie aan de hoogste heer van de wereld. Glorie aan de geliefde dochter van Janaka. Glorie aan de dochter van de Aarde en geliefde metgezel van de heer.

रातिहुं दिवस राम धुन जाहीं।
मगन रहत मन तन दुख नाहीं॥
राम सनेह जासु उर होई।
महा भाग्यशाली नर सोई॥

rātihu divasa rāma dhuna jāhī.
magana rahata mana tana dukha nāhī.
rāma saneha jāsu ura hoī.
mahā bhāgyaśālī nara soī.

Waar dan ook mensen met hart en ziel de glorie van Rama zingen, de gehele dag en nacht, die mensen zijn geheeld van alle lichamelijk leed. Gelukkig is diegene in wiens hart Rama’s liefde zit.

राक्षस दल संहारी जय जय।
महा पतित तनु तारी जय जय॥
राम नाम जो निशदिन गावत।
मन वांछित फल निश्चय पावत॥

rākṣasa dala saṃhārī jaya jaya.
mahā patita tanu tārī jaya jaya.
rāma nāma jo niśadina gāvata.
mana vāṃchita phala niścaya pāvata.

Glorie aan u, o vernietiger van demonen. Glorie aan u, optiller van het meest gedegradeerde. Wie dan ook de hymnes van Rama’s naam dag en nacht zingt, wordt voorzeker beloond met wat hij/zij ook wenst.

रामयुधसर जेहिं कर साजत।
मन मनोज लखि कोटिहुं लाजत॥
राखहु लाज हमारी जय जय।
महिमा अगम तुम्हारी जय जय॥

rāma-yudhasara jehi kara sājata.
mana manoja lakhi koṭihu lājata.
rākhahu lāja hamārī jaya jaya.
mahimā agama tumhārī jaya jaya.

De uitstekende boog en pijl bevindt zich in Rama’s geweldige en goedgevormde handen, waarmee ooit een horde demonen is vermoord. Glorie aan u, aan wie ik smeek mijn eer in stand te houden. Glorie aan u, wiens grootheid onmeetbaar is.

राजीव नयन मुनिन मन मोहै।
मुकुट मनोहर सिर पर सोहै॥
राजित मृदुल गात शुचि आनन।
मकराकृत कुण्डल दुहुँ कानन॥

rājīva nayana munina mana mohai.
mukuṭa manohara sira para sohai.
rājita mṛdula gāta śuci ānana.
makarākṛta kuṇḍala duhu kānana.

Uw lotusogen, o heer, fascineren zelfs de geest van mensen die de stoffelijke wereld hebben verzaakt. De liefdevolle kroon glanst op uw hoofd en uw lichtgekleurde en prachtige gezicht werpt zijn schittering af aan uw zachte lichaam. De krokodilvormige hangers in uw oren zijn niet minder schitterend.

रामचन्द्र सर्वोत्तम जय जय।
मर्यादा पुरुषोत्तम जय जय॥
राम नाम गुण अगम अनन्ता।
मनन करत शारद श्रुति सन्ता॥

rāmacandra sarvottama jaya jaya.
maryādā puruṣottama jaya jaya.
rāma nāma guṇa agama anantā.
manana karata śārada śruti santā.

Glorie aan u, o opperheer, u bent de beste van alle aardse wezens. U bent de instandhouder van alle moraal. Glorie aan u, o Ramachandra, uw naam kent onbegrensde en onmeetbare deugden, die de veda’s, de wijzen en Sarasvati overwegen.

राति दिवस ध्यावहु मन रामा।
मन रंजन भंजन भव दामा॥
राज भवन संग में नहीं जैहें।
मन के ही मन में रहि जैहें॥

rāti divasa dhyāvahu mana rāmā.
mana raṃjana bhaṃjana bhava dāmā.
rāja bhavana saṃga me nahī jaihe.
mana ke hī mana me rahi jaihe.

O afdwalende geest, mediteer dag en nacht op Rama (de onveranderlijke). Zo’n meditatie zal je verlichting brengen en alle stoffelijk vuur onderdrukken. Het magnifieke paleis (waarvan je droomde) zal niet bij je zijn. Sterker nog: het zal een onvervulde wens blijven!

रामहिं नाम अन्त सुख दैहें।
मन गढ़न्त गप काम न ऐहें॥
राम कहानी रामहिं सुनिहें।
महिमा राम तबै मन गुनिहें॥

rāmahi nāma anta sukha daihe.
mana gaŗhanta gapa kāma na aihe.
rāma kahānī rāmahi sunihe.
mahimā rāma tabai mana gunihe.

Rama’s naam geeft het ware geluk. De droomachtige verlangens die je had zullen onvervulde dromen blijven. Je verhaal zal alleen Rama beluisteren, niemand anders. Dan zul je je realiseren hoe glorieus Rama is.

रामहि महँ जो नित चित राखिहें।
मधुकर सरिस मधुर रस चाखिहें॥
राग रंग कहुँ कीर्तन ठानिहें।
मम्ता त्यागि एक रस जानिहें॥

rāmahi maha jo nita cita rākhihe.
madhukara sarisa madhura rasa cākhihe.
rāga raṃga kahu kīrtana ṭhānihe.
mamtā tyāgi eka rasa jānihe.

Degenen die hun geest elke dag op Rama vestigen zullen de smaak van zoete honing proeven, zoals hommels dat doen. Dan zal de glorificatie van de naam een leven van vreugde en geluk brengen. Verlost van alle gehechtheid zal de geest nog maar één bron van ware verlichting herkennen, de naam van God.

राम कृपा तिन्हीं पर होईहें।
मन वांछित फल अभिमत पैहें॥
राक्षस दमन कियो जो क्षण में।
महा बह्नि बनि विचर्यो वन में॥

rāma kṛpā tinhī para hoīhe.
mana vāṃchita phala abhimata paihe.
rākṣasa damana kiyo jo kṣaṇa me.
mahā bahni bani vicaryo vana me.

Rama’s genade zal op hem/haar zijn en de wensen zullen worden vervuld. De heer heeft de demonen in een handomdraai vernietigd, net als een vreselijk vuur het bos tot as maakt.

रावणादि हति गति दै दीन्हों।
महिरावणहिं सियहित वध कीन्हों॥
राम बाण सुत सुरसरिधारा।
महापातकिहुँ गति दै डारा॥

rāvaṇādi hita gati dai dīnho.
mahirāvaṇahi siyahita vadha kīnho.
rāma bāṇa suta surasari-dhārā.
mahāpātakihu gati dai ḍārā.

De tienhoofdige en zijn leger te hebben vernietigd, stuurde hij hem naar zijn eigen hemelse woonplaats en om Sita te bevrijden heeft Hij Ravana vermoord in het gebied waar hij verbleef. Rama’s pijl – die als de zuivere stroom van de Ganga is – temt zelfs de grootste zondaars.

राम रमित जग अमित अनन्ता।
महिमा कहि न सकहिं श्रुति सन्ता॥
राम नाम जोई देत भुलाई।
महा निशा सोइ लेत बुलाई॥

rāma ramita jaga amita anantā.
mahimā kahi na sakahi śruti santā.
rāma nāma joī deta bhulāī.
mahā niśā soī leta bulāī.

Rama, de omnipresente heer, doordringt deze eeuwige en oneindige wereld en gaat de beschrijving van de wijzen en veda’s teboven. Degene die Rama’s naam vergeet, nodigt alleen maar het duister der onwetendheid uit, ofwel de grootste doem.

राम बिना उर होत अंधेरा।
मन सोही दुख सहत घनेरा॥
रामहि आदि अनादि कहावत।
महाव्रती शंकर गुण गावत॥

rāma binā ura hota aṃdherā.
mana sohī dukha sahata ghanerā.
rāmahi ādi anādi kahāvata.
mahāvratī śaṃkara guṇa gāvata.

Zonder Rama wordt het hart duister en ervaart de geest verdriet. Het is alleen Rama die beschreven wordt als het begin én het beginloze, en als het subject van de glorie die wordt gezongen door de hoogste asceet, Shiva.

राम नाम लोहि ब्रह्म अपारा।
महिकर भार शेष सिर धारा॥
राखि राम हिय शम्भु सुजाना।
महा घोर विष कीन्ह्यो पाना॥

rāma nāma lehi brahma apārā.
mahikara bhāra śeṣa sira dhārā.
rākhi rāma hiya śambhu sujānā.
mahā ghora viṣa kīnhyo pānā.

Rama’s naam heeft Brahma gered en de slangenkoning kon de last van de aarde op zijn hoofd dragen. Met Rama in het hart slikte de wijze Shiva het gif door.

रामहि महि लखि लेख महेशु।
महा पूज्य करि दियो गणेशु॥
राम रमित रस घटित भक्ति घट।
मन के भजतहिं खुलत प्रेम पट॥

rāmahi mahi lakhi lekha maheśu.
mahā pūjya kari diyo gaṇeśu.
rāma ramita rasa ghaṭita bhakti ghaṭa.
mana ke bhajatahi khulata prema paṭa.

Nadat Ganesha Rama’s naam op aarde had gekrabbeld, heeft Shiva Ganesha erg eerbiedwaardig gemaakt. De zegen die het hart vult met devotie naar Rama wordt voorzien door hem. Wanneer met hart en ziel wordt gemediteerd openen de poorten van devotionele liefde.

राजित राम जिनहिं उर अन्तर।
महावीर सम भक्त निरन्तर॥
रामहि लेवत एक सहारा।
महासिन्धु कपि कीन्हेसि पारा॥

rājita rāma jinahi ura antara.
mahāvīra sama bhakta nirantara.
rāmahi levata eka sahārā.
mahāsindhu kapi kīnhesi pārā.

Het hart schittert met het beeld van Rama erin en is gevuld met devotie zoals dat van Hanuman. Het hart dat toevlucht neemt tot Rama vliegt de oceaan over, net als Hanuman.

राम नाम रसना रस शोभा।
मर्दन काम क्रोध मद लोभा॥
राम चरित भजि भयो सुज्ञाता।
महादेव मुक्ति के दाता॥

rāma nāma rasanā rasa śobhā.
mardana kāma krodha mada lobhā.
rāma carita bhaji bhayo sujñātā.
mahādeva mukti ke dātā.

Rama’s naam is de zoetheid van de smaak die de mensentong geniet. Het verlost van lust, boosheid, arrogantie en gierigheid. Door het reciteren van de verhalen over Rama’s heilige activiteiten werd Shiva een redder en verlosser.

रामहि जपत मिटत भव शूला।
राममन्त्र यह मंगलमूला॥
राम नाम जपि जो न सुधारा।
मन पिशाच सो निपट गँवारा॥

rāmahi japata miṭata bhava śūlā.
rāma-mantra yaha maṃgala-mūlā.
rāma nāma japi jo na sudhārā.
mana piśāca so nipaṭa gavārā.

Rama’s glorie chantend worden alle stoffelijke verdriet en zorgen vernietigd, omdat de naam van Rama de bron van alle welzijn is. Degene die niets voelt bij het zingen van Rama’s glorie is voorzeker iemand met een duivelse geest, een zeer onwetend persoon.

राम की महिमा कहँ लग गाऊँ।
मति मलिन मन पार न पाऊँ॥
रामावली अस लिखि चालीसा।
मति अनुसार ध्यान गौरीसा॥

rāma kī mahimā kaha laga gāū.
mati malina mana pāra na pāū.
rāmavalī asa likhi cālīsā.
mati anusāra dhyāna gaurīsā.

Hoe meer ik Rama’s glorie zing, des te meer er overblijft om te zingen. Ik kan de onmetelijke diepte ervan niet doorgronden. Ik heb de deugden van Rama zo goed mogelijk geprobeerd te schrijven in deze chalisa, met mijn gedachten gericht op Shiva, de geliefde van Gauri.

रामहि सुन्दर रचि रस पागा।
मठ दुर्वासा निकट प्रयागा॥
रामभक्त यहि जो नित ध्यावहिं।
मनवांछित फल निश्चय पावहिं॥

rāmahi sundara raci rasa pāgā.
maṭha durvāsā nikaṭa prayāgā.
rāma-bhakta yahi jo nita dhyāvahi.
mana-vāṃchita phala niścaya pāvahi.

Door de smaak van Rama’s devotie te proeven, heb ik, Sundardas, deze chalisa gecomponeerd in de ashrama van Durvasa, dichtbij Prayaga (Allahabad). Als de devoten van Rama het elke dag vol aandacht reciteren, zullen ze zeker de vruchten krijgen waarnaar ze verlangen (als beloning).

॥ दोहा ॥ (dohā)

राम नाम नित भजहु मन, रातिहुँ दिन चित लाई।
मम्ता मत्सर मलिनता, मनस्ताप मिटि जाई॥

rāma nāma nita bhajahu mana, rātihu dina cita lāī.
mamtā matsara malinatā, manastāpa miṭi jāī.

O geest, mediteer dag en nacht op Rama’s naam, met volle aandacht. Zo zul je verlost zijn van gehechtheid, jaloezie, luiheid en ander leed.

राम का तिथि बुध रोहिणी, रामावली किया भास।
मान सहस्त्र भजु दृग समेत, मगसर सुन्दरदास॥

rāma kā tithi budha rohiṇī, rāmāvalī kiyā bhāsa.
māna sahasra bhaju dṛga sameta, magasara sundaradāsa.

Sundardas voltooide deze hymne, het koord (de rode draad) van Rama’s deugden, in de taal van de mensen van de negende dag van de maand Margashirsha, woensdag, in de tithi Rohini, van het jaar 2002 van de Vikrama-jaartelling.

(Bron: Śrī Rāma Cālīsā – Shivam Publications)

Santoshi chalisa

जय युग-युग की आदि शक्ति।
जग में प्रचलित है तव भक्ति॥
आदि मध्य और अवसाना।
तेरी गति विधि कोई न जाना॥

jaya yuga-yuga kī ādi śakti.
jaga me pracalita hai tava bhakti.
ādi madhya aura avasānā.
terī gati vidhi koī na jānā.

Glorie aan u, o primaire kracht van ieder tijdperk. In de wereld is uw toewijding een universeel verschijnsel. U bent zonder begin, midden en eind; uw manier van doen en laten heeft niemand kunnen kennen.

निर्मल श्रद्धा में खुश होती।
थोड़े में संतुष्ट हो जाती॥
कलि में नाम धार्यो सन्तोषी।
अग्नि तुल्य प्रत्यक्ष-विशेखी॥

nirmala śraddhā me khuśa hotī.
thoŗe me saṃtuṣṭa ho jātī.
kali me nāma dhāryo santoṣī.
agni tulya pratyakṣa-viśekhī.

Van zuivere overgave wordt u gelukkig. Met een beetje wordt u al tevreden. In de kaliyuga wordt u Santoshi genoemd. Net als vuur bent u voor iedereen met het oog zichtbaar.

कला ज्ञान बल विद्या दात्री।
तुम सम सरल सुखद नहिं धात्री॥
सकल चराचर तुम से चलते।
भूत प्रेत यमदूत सिंहरते॥

kalā jñāna bala vidyā dātrī.
tuma sama sarala sukhada nahi dhātrī.
sakala carācara tuma se calate.
bhūta preta yamadūta siṃharate.

Jij bent de schenkster van kunst, kennis, kracht en wijsheid. Niemand geeft zo rechtstreeks vreugde als u, o Moeder Aarde. Alles wat beweegt, beweegt dankzij jou. Alleen voor spoken, geesten en boodschappers van Yama ben jij een terreur.

दुष्ट दलन संहार कारिणी।
माता तुम ब्रह्माण्ड धारिणी॥
सरस्वती लक्ष्मी और काली।
अमित शक्ति की खान निराली॥

duṣṭa dalana saṃhāra kāriṇī.
mātā tuma brahmāṇḍa dhāriṇī.
sarasvatī lakṣmī aura kālī.
amita śakti kī khāna nirālī.

Jij vermoordt en vernietigt slechteriken en onderhoudt het heelal. Jij bent Sarasvati, Lakshmi en Kali, de unieke schat van onmetelijke kracht.

तुम्हारे शरण गहे जो कोई।
मनोकामना पूरन होई॥
तुम गणेश की माँ कन्या।
तुमसे धरती हो गई धन्या॥

tumhāre śaraṇa gahe jo koī.
manokāmanā pūrana hoī.
tuma gaṇeśa kī mā kanyā.
tumase dharatī ho gaī dhanyā.

Wie zijn toevlucht tot jou zoekt, diens wensen zullen worden vervuld. Jij bent de maagdelijke moeder van Ganesha. Dankzij jou is de aarde deugdzaam geworden.

ऋद्धि सिद्धि है तुम्हारी माता।
मंगलमय वरदान के दाता॥
ब्रह्मा विष्णु महेश त्रिमाया।
उसका बल तुझमें है समाया॥

ṛddhi siddhi hai tumhārī mātā.
maṃgalamaya varadāna ke dātā.
brahmā viṣṇu maheśa trimāyā.
usakā bala tujhame hai samāyā.

Riddhi en Siddhi zijn jouw moeder. Zij zijn de schenkers van zegens van geluk. De drievoudige kracht van Brahma, Vishnu en Shiva is in jou verzameld.

सिर पर कंचन मुकुट सुहाता।
सुन्दर रत्नसमूह दिखाता॥
मधुर मनोहर मुखड़ा कोमल।
पुष्पमाल और श्यामल कुन्तल॥

sira para kaṃcana mukuṭa suhātā.
sundara ratna-samūha dikhātā.
madhura manohara mukhaŗā komala.
puṣpamāla aura śyāmala kuntala.

Op uw hoofd draagt u een gouden kroon bedekt met prachtige juwelen. U heeft een gezicht zo zoet als honing, magisch en zacht/teder, tezamen met een krans van bloemen en zwart haar.

अलंकार सोहित हैं अंग में।
नव्य दिव्य तन गेरू रंग में॥
सुन्दर वस्त्र में माला रखती।
दर्शक के मन वश में करती॥

alaṃkāra sohita hai aṃga me.
navya divya tana gerū raṃga me.
sundara vastra me mālā rakhatī.
darśaka ke mana vaśa me karatī.

Uw lichaam is bedekt met sieraden. Uw jonge lichaam is gewikkeld in een aardrode kleur. U draagt een mala op uw mooie kleding. U betovert de harten/geesten van iedereen die u aanschouwt.

पद्म त्रिरेख धरे दो हाथ।
चतुर्भुजी को टेकहु माथ॥
सन्मुख अमृत भरी सुराही।
साथ कामधेनु मनचाही॥

padma trirekha dhare do hātha.
caturbhujī ko ṭekahu mātha.
sanmukha amṛta bharī surāhī.
sātha kāmadhenu manacāhī.

U houdt een lotusbloem en een schelphoorn in twee handen. Ik buig mijn hoofd voor de vierarmige. Voor u staat een pot vol nectar en naast u staat de meest begeerde Kamadhenu.

स्वर्ण कलश रहता है आगे।
भक्त्तों के सौभाग हैं जागे॥
तुम्हारे भक्त्तिभाव जो पावे।
अजर अमर जग में हो जावे॥

svarṇa kalaśa rahatā hai āge.
bhakto ke saubhāga hai jāge.
tumhāre bhaktibhāva jo pāve.
ajara amara jaga me ho jāve.

Voor u staat een gouden pot die voorspoed voor toegewijden ontwaakt. Wie jouw gevoelens van toewijding ontvangt, zal eeuwig en onsterfelijk worden in de wereld.

नमो नमो जग तारन हारी।
दुख दारिद्र तारो महतारी॥
शुक्रवार दिन अति अनुकूला।
सन्तोषी व्रत मंगल मूला॥

namo namo jaga tārana hārī.
dukha dāridra tāro mahatārī.
śukravāra dina ati anukūlā.
santoṣī vrata maṃgala mūlā.

Ik buig herhaaldelijk tot jou, o zij die alle moeilijkheden wegneemt en overwint. O grote vernietigster, vernietig alle verdriet en armoede. Vrijdagen zijn zeer geschikt voor de Santoshi vrata, de wortel van alle voorspoed.

बहुविध मात की पूजा कर।
सन्तोषी की कथा श्रवण कर॥
गुड़ और चना प्रसाद चढ़ावे।
निराहार एक जून मनावे॥

bahuvidha māta kī pūjā kara.
santoṣī kī kathā śravaṇa kara.
guŗa aura canā prasāda caŗhāve.
nirāhāra eka jūna manāve.

Verschillende mensen doen puja van moeder. Zij luisteren naar de verhalen van Santoshi. Zij offeren rietsuiker en kikkererwten als prasad en vasten met slechts één maaltijd.

सावधान उस दिन यह राखे।
भूल से खट्टा देवे न चाखे॥
नहिं तो मातु कुपित हो जाती।
वंश सहित संतान नसाती॥

sāvadhāna usa dina yaha rākhe.
bhūla se khaṭṭā deve na cākhe.
nahi to mātu kupita ho jātī.
vaṃśa sahita saṃtāna nasātī.

Op deze dag zijn zij aandachtig en letten zij erop dat zij geen zure of bittere zaken nuttigen, zelfs niet per ongeluk. Anders wordt moeder boos. Zij zal met de bloedlijn ook de kinderen vernietigen.

शुक्रवार सोलह व्रत राखे।
उद्यापन उत्साह मनावे॥
फिर तो इच्छा पूरन होई।
मातु कृपा से देर न होई॥

śukravāra solaha vrata rākhe.
udyāpana utsāha manāve.
phira to icchā pūrana hoī.
mātu kṛpā se dera na hoī.

Zij houden de solah shukravaara vrata en sluiten deze af op een feestelijke wijze. Dan worden de wensen in vervulling gebracht en zal de genade van moeder niet ver zijn.

अद्भुत देवी चमत्कारिणी।
पल में चिन्ता पीड़ा हरणी॥
जापर कृपा मातु की होई।
जीत सके न उसको कोई॥

adbhuta devī camatkāriṇī.
pala me cintā pīŗā haraṇī.
jāpara kṛpā mātu kī hoī.
jīta sake na usako koī.

Met haar bovennatuurlijke krachten vernietigt de wonderbaarlijke godin in mum van tijd zorgen en leed. Als iemand de genade van moeder heeft, zal niemand diegene kunnen overwinnen.

धन विवेक सुख शान्ति प्रदायिनी।
इस युग की नवप्राण विधायिनी॥
तुम सम देवी कोऊ नाहीं।
देख लिया मैं त्रिभुवन माहीं॥

dhana viveka sukha śānti pradāyinī.
isa yuga kī navaprāṇa vidhāyinī.
tuma sama devī koū nāhī.
dekha liyā mai tribhuvana māhī.

Jij bent de schenkster van rijkdom, wijsheid, vreugde en vrede. Jij bent degene die in dit tijdperk nieuwe levens brengt. Geen devi is zoals jou, heb ik gezien in de drie grote werelden.

दुख अति पाई बहु बेचारी।
पति वियोग की वह दुखियारी॥
नारियल खोपर पीकर पानी।
भूस की रोटी खाई अभागिनी॥
संतोषी का व्रत जो कीन्हा।
पति सहित वैभव पा लीन्हा॥

dukha ati pāī bahu becārī.
pati viyoga kī vaha dukhiyārī.
nāriyala khopara pīkara pānī.
bhūsa kī roṭī khāī abhāginī.
saṃtoṣī kā vrata jo kīnhā.
pati sahita vaibhava pā līnhā.

Een arme schoondochter was overstuur; zij was verdrietig omdat zij was beroofd van haar echtgenoot. Ze dronk water uit de schil van een kokosnoot en de ongelukkige vrouw at roti (plat brood) gemaakt van schillen. Toen zij de vrata van Santoshi had gedaan, kreeg zij tezamen met haar echtgenoot ook haar rijke voorspoed terug.

पीड़ा चिन्ता काटहु माता।
अष्ट सिद्धि नौ निधि के दाता॥
संतोषी उपवास करे जो।
सुख सम्पति का भोग करे वो॥

pīŗā cintā kāṭahu mātā.
aṣṭa siddhi nau nidhi ke dātā.
saṃtoṣī upavāsa kare jo.
sukha sampati kā bhoga kare vo.

Zij is de moeder die leed en zorgen vernietigt, de schenkster van de acht siddhi’s en negen nidhi’s. Wie de vrata van Santoshi doet, nuttigt het voedsel van vreugde en voorspoed.

यहाँ वहाँ सब ठौर समाई।
तुम्हरी महिमा कही न जाई॥
मनवांछित वर पावै क्वारी।
पाये सुहाग सधवा सन्नारी॥

yahā vahā saba ṭhaura samāī.
tumharī mahimā kahī na jāī.
mana-vāṃchita vara pāvai kvārī.
pāye suhāga sadhavā sannārī.

Hier en daar zijn alle plaatsen verzameld waar overal uw lof wordt gezongen. De maagd/ongehuwde vrouw ontvangt de zegen die haar hart verlangt en een echtgenoot die haar de status van een gehuwde vrouw zal geven.

सुख धन जन सब मनोकामना।
पूर्ण होगी सत्य जानना॥
पाठ सवा सौ करै जो कोई ।
मिटै कष्ट सुख सम्पति होई॥

sukha dhana jana saba manokāmanā.
pūrṇa hogī satya jānanā.
pāṭha savā sau karai jo koī.
miṭai kaṣṭa sukha sampati hoī.

Alle verlangens van vreugde en rijkdom die een mens heeft, worden in vervulling gebracht; weet deze waarheid. Wie dit (deze hymne/chalisa) 125 keer reciteert, vernietigt leed en ontvangt vreugde en voorspoed.

॥ दोहा ॥ (dohā)

सन्तोषी संकट हरन, हे चमत्कार की मूर्ति।
ग्रह बाधा को दूर कर, करो कामना पूर्ति॥

santoṣī saṃkaṭa harana, he camatkāra kī mūrti.
graha bādhā ko dūra kara, karo kāmanā pūrti.

Santoshi is de vernietiger van moeilijkheden en het boegbeeld van wonderbaarlijkheid. Ze verlost ons van al dat ons vastgrijpt en brengt onze wensen in vervulling.

Sarasvati chalisa

॥ दोहा ॥ (dohā)

जयति जयति जय भारती, सरस्वती जग-देवी।
जयति अमित वरदायिनी, सुर-नर-मुनि-जन सेवी॥

jayati jayati jaya bhāratī, sarasvatī jaga-devī.
jayati amita varadāyinī, sura-nara-muni-jana sevī.

Glorie, glorie, glorie aan de godin van de stem, de goddelijke gedaante van de wereld, Sarasvati. Glorie aan u, o zij die onmetelijke zegens schenkt en die gediend wordt door de goddelijke wezens, mensen en wijzen.

जय सत वादिनी शाम्भवी, वीणा वादिनी अम्ब।
पद्मप्रिये परमेश्वरी, एक तुम्हारी ही अवलम्ब॥

jaya sata vādinī śāmbhavī, vīṇā vādinī amba.
padmapriye parameśvarī, eka tumhārī hī avalamba.

Glorie aan de pure muzikante, de vrouw van Shambhu (Shiva), de moeder die de de veena bespeelt. O allerhoogste godin die geliefd is door de lotusbloem, u bent mijn enige toevlucht.

॥ चौपाई ॥ (caupāī)

जय जय सरस्वती जगदम्बा।
करहु मातु जनि आज विलम्बा॥
बसि मम कंठ देहु सद वाणी।
निज सुत जानि एक अज्ञानी॥

jaya jaya sarasvatī jagadambā.
karahu mātu jani āja vilambā.
basi mama kaṃṭha dehu sada vāṇī.
nija suta jāni eka ajñānī.

Glorie, glorie aan u, o moeder van de wereld Sarasvati. Laat vandaag niet op u wachten, o moeder. Verblijf in mijn keel en geef mij altijd de mogelijkheid om te spreken. Denk aan deze onwetende zoon van u.

करहु काज पूरन दै भक्ति।
भरहु बुद्धि बल विद्या शक्ति॥
लहौं विजय जग महँ यश पाऊँ।
तव नित मातु चरण शिर नाऊँ॥

karahu kāja pūrana dai bhakti.
bharahu buddhi bala vidyā śakti.
lahau vijaya jaga maha yaśa pāū.
tava nita mātu caraṇa śira nāū.

Vervul mijn handelingen door mij de zegen van toewijding te schenken en schenk mij de kracht van kennis en de kracht van wijsheid. Geef mij de zegen van overwinning, opdat ik faam mag bereiken in de wereld. O moeder, ik buig keer op keer tot uw lotusvoeten.

सप्त सुरन रसनामृत वाणी।
यह तव चरणामृत महारानी॥
शरच्चंद्र सम तव तन सोहत।
श्वेत हंसवाहन मन मोहत॥

sapta surana rasanāmṛta vāṇī.
yaha tava caraṇāmṛta mahārānī.
śaraccaṃdra sama tava tana sohata.
śveta haṃsavāhana mana mohata.

O grote koningin, de zeven muzikale noten en de honingzoete stem zijn als het gezegende nectar waarmee uw lotusvoeten zijn gewassen. Uw uiterlijk is zo mooi als de volle maan in de herfst en de witte zwaan die als uw rijdier dient, betovert mijn hart/geest.

नयन कमल शोभित शशि भाला।
वीणा हस्त मालती माला॥
शेश महेश सुयश नित गावै।
छवि लखि कोटिहुँ काम लजावै॥

nayana kamala śobhita śaśi bhālā.
vīṇā hasta mālatī mālā.
śeśa maheśa suyaśa nita gāvai.
chavi lakhi koṭihu kāma lajāvai.

Uw ogen zijn (zo mooi) als lotusbloemen en uw voorhoofd is als de glans van de maan. In uw handen houdt u een veena en een krans van malti-bloemen. De slangenkoning Mahesh (Shiva) zingt continu uw lof en ontelbare engelen van verlangens blozen van uw goddelijke schoonheid.

जय हो रचना साजन वाली।
रसना बीच विराजन वाली॥
जयति कौशिकी गौर दुलारी।
जयति जयति चतुरानन प्यारी॥

jaya ho racanā sājana vālī.
rasanā bīca virājana vālī.
jayati kauśikī gaura dulārī.
jayati jayati caturānana pyārī.

Glorie aan u, o zij die de gehele schepping versiert en in het midden van de tong verblijft. Glorie aan u, o Kausiki en geliefde van de lichtgekleurde. Glorie, glorie aan u, o geliefde van degene met vier hoofden (Brahma).

श्री सरस्वती नमः जपत जन।
स्वप्नहुँ रोग न व्याधि रहत तन।
यदि तजि कुमति कुसंगति कोई।
विद्यार्थी पढ़हिं यह जोई॥

śrī sarasvatī namaḥ japata jana.
svapnahu roga na vyādhi rahata tana.
yadi taji kumati kusaṃgati koī.
vidyārthī paŗhahi yaha joī.

Degene die de mantra “aum shri sarasvati namah” herhaaldelijk reciteert, zal nooit last krijgen van enige ziekte, zelfs niet in zijn dromen. De student die zich onthoudt van perversie en slecht gezelschap en de mantra regelmatig reciteert,

सफल परीक्षा महँ ह्वै जावै।
विद्या बुद्धि बढ़ै सुख पावै॥
कहुँ गहि कुमति न बने गँवारा।
खण्डै वीर्य न एकहु बारा॥

saphala parīkṣā maha hvai jāvai.
vidyā buddhi baŗhai sukha pāvai.
kahu gahi kumati na bane gavārā.
khaṇḍai vīrya na ekahu bārā.

zal slagen in elke uitdaging. Zijn kennis en wijsheid zullen vergroten en hij zal vreugde ontvangen. Hij zal zich nooit inlaten met onbeschoftheid en zal nooit het verkeerde pad bewandelen.

अष्टप्रकार प्रसंगन में से।
जो न करै प्रसंग भूलहुँ से॥
हो निरोग बालक तनु सोई।
ताकहुँ स्वप्नदोष नहीं होई॥

aṣṭaprakāra prasaṃgana me se.
jo na karai prasaṃga bhūlahu se.
jo niroga bālaka tanu soī.
tākahu svapnadoṣa nahī hoī.

Hij zal zich op geen enkele wijze toeleggen op een van de acht manieren van seksuele bevrediging, zelfs niet per ongeluk. Hij zal gezond blijven in lichaam en geest en nooit kwade dromen krijgen.

ब्रह्मचर्य करि बीस बरीसा।
बुद्धि बल महँ बने अवनीशा॥
निभाय जु नियम पचीस प्रमाणा।
सो होवै हनुमान समाना॥

brahmacarya kari bīsa barīsā.
buddhi bala maha bane avanīśā.
nibhāya ju niyama pacīsa pramāṇā.
so hovai hanumāna samānā.

Degene die twintig jaar lang celibaat blijft, bereikt een hoge staat van wijsheid en excellentie. Als iemand 25 jaar celibaat blijft, zal hij zo onbedwingbaar worden als Hanuman.

ब्रह्मचर्य अस बालक साजै।
सरस्वती तेहि जिह्वा राजै॥
बनै आशुकवि अति सुख पावै।
सुत भी महावीर उपजावै॥

brahmacarya asa bālaka sājai.
sarasvatī tehī jihvā rājai.
banai āśukavi ati sukha pāvai.
suta bhī mahāvīra upajāvai.

Wie sinds kinds af aan het celibaat beoefent, zal Sarasvati’s zegen in zijn tong vinden. Hij zal een dichter worden die zonder voorbereiding gedichten kan componeren en zal grootse vreugde ontvangen. Ook zijn zoons zullen zeer dapper zijn.

वेद पुराण सुभाषित वाणी।
अवसि लाभ करि देखहिं प्राणी॥
जो नसि वीरज बालापन में।
भरि विचार व्यभिचारहिं मन मे॥

veda purāṇa subhāṣita vāṇī.
abasi lābha kari dekhahi prāṇī.
jo nasi vīraja bālāpana me.
bhari vicāra vyabhicārahi mana me.

Hij zal een expert worden op het gebied van de veda’s, purana’s en alle andere verhalen, een prestatie waar mensen om hem heen van zullen opkijken. Degene die het levenssap (sperma) in de tienerjaren verspilt, zijn gedachten met gemengde gedachten vult,

सरस्वतिहिं कहँ धरहिं न ध्याना।
नित अश्लीलहिं गावहिं गाना॥
वह बालक अतिशय दुख पावै।
रोग ग्रसित हो जनम गँवावै॥

sarasvatihi kaha dharahi na dhyānā.
nita aślīlahi gāvahi gānā.
vaha bālaka atiśaya dukha pāvai.
roga grasita ho janama gavāvai.

Sarasvati uit gedachten verliest en regelmatig ontuchtige liederen zingt, diegene wordt zeer ongelukkig, een slachtoffer van ziektes en hij zal zijn kostbare leven verspillen.

स्वप्नदोष तेहिं मृतक बनावै।
वीर्य-कोश तन टिक न पावै॥
यदि पुनि मन को वश करि प्राणी।
ध्यावै सरस्वतिहिं हठ ठानी॥

svapnadoṣa tehi mṛtaka banāvai.
vīrya-kośa tana ṭika na pāvai.
yadi puni mana ko vaśa kari prāṇī.
dhyāvai sarasvatihi haṭha ṭhānī.

Natte dromen zullen zijn dood worden en zijn lichaam zal weigeren het levenssap vast te houden. Als hij tot inkeer komt, zijn geest weer onder controle neemt en mediteert op Sarasvati

चलहिं छेति अतिशय सुख पावहिं।
जो न लिखित उपदेश भुलावहिं॥
करै सुपूजन देवहिं देवा।
अरु गुरु मातु पिता की सेवा॥

calahi cheti atiśaya sukha pāvahi.
jo na likhita upadeśa bhulāvahi.
karai supūjana devahi devā.
aru guru mātu pitā kī sevā.

zal dat hem weer op de been helpen en hij zal weer grootse vreugde ontvangen. Hij die de geschreven boodschappen niet vergeet, goddelijke gedaantes, leraren, moeder en vader dient en

ताहि न व्याधि सतावहि काया।
जापर सरस्वती की दाया॥
यदि यह शिक्षा माँ पितु देवैं।
बनै पुत्र लायक सुख देवैं॥

tāhi na vyādhi satāvahi kāyā.
jāpara sarasvatī kī dāyā.
yadi yaha śikṣā mā pitu devai.
banai putra lāyaka sukha devai.

niet toegeeft aan fysieke zwakheden, zal de genade van Sarasvati ontvangen. Als moeder en vader deze lering aan hun kind geven, zal hun kind waardig worden en dit zal hem vreugde geven.

जो नर पढ़हिं सरस्वती चालीसा।
गुनहिं अरु नावहिं शीशा॥
विश्वमाहिं बल विद्या माहीं।
तासो जीति सके कोऊ नाहीं॥

jo nara paŗhahi sarasvatī cālīsā.
gunahi aru nāvahi śīśā.
viśvamāhi bala vidyā māhī.
tāso jīti sake koū nāhī.

De man die de Sarasvati chalisa leest, lof zingt en zijn hoofd buigt, zal in de wereld een grote geleerde worden die door niemand kan worden overtroffen.

बनै महीप कवीश्वर सोई।
वचन सिद्धि निधि नव ग्रह होई॥
लेखक शक्ति शास्त्र पढ़ि देख्यो।
तब यह विद्यार्थिन हित लिख्यो॥

banai mahīpa kavīśvara soī.
vacana siddhi nidhi nava graha hoī.
lekhaka śakti śāstra paŗhi dekhyo.
taba yaha vidyārthina hita likhyo.

Hij wordt groot onder de dichters. Zijn woorden zullen als de siddhi’s, nidhi’s en nava graha worden. Door het lezen van de shastra’s zal hij de kracht van auteurschap ervaren en boeken schrijven in het belang van studenten.

गहत नियम सुख लहत शरीरा।
करत विश्व रक्षा बनि वीरा॥
सुन्दरदास नवावत शीशा।
माँ चालीस दियो चालीसा॥

gahata niyama sukha lahata śarīrā.
karata viśva rakṣā bani vīrā.
sundaradāsa navāvata śīśā.
mā cālīsa diyo cālīsā.

Het volgen van de disciplinaire regels brengt vreugde en gezondheid. Zo wordt iemand capabel om de wereld te beschermen. Sundardas buigt zijn hoofd tot de moeder, die hem de inspiratie van veertig verzen heeft geschonken voor deze chalisa.

धनि धनि सरस सरस्वती अम्बा।
निज जन हेतु न करत विलंबा॥
वाणी वीणा वादिनी माता।
विद्या वारिधि बुद्धि विधाता॥

dhani dhani sarasa sarasvatī ambā.
nija jana hetu na karata vilambā.
vāṇī vīṇā vādinī mātā.
vidyā vāridhi buddhi vidhātā.

Gezegend, gezegend bent u, o lieve moeder Sarasvati. U wacht niet af wanneer uw mensen u roepen. O moeder van de spraak en die de veena bespeelt, u bent de oceaan van wijsheid en de schepper van het intellect.

तुमहिं गणेश सुमिरि जो ध्यावत।
अरु हनुमन्तहि शीश नवावत॥
कठिन से कठिन कार्य करि डारत।
सत्य सत्य अस वेद पुकारत॥

tumahi gaṇeśa sumiri jo dhyāvata.
aru hanumantahi śīśa navāvata.
kaṭhina se kaṭhina kārya kari ḍārata.
satya satya asa veda pukārata.

Degene die op Ganesha mediteert, vervolgens op u en ook zijn hoofd buigt voor Hanuman zal zelfs de moeilijkste activiteiten gemakkelijk kunnen verrichten. De veda’s verklaren dat dit waar is.

॥ दोहा ॥ (dohā)

निज सेवक को माँ तुमहीं, दीन्ह्यो पिंगल ज्ञान।
चालीस विधि चालीसहिं लिख, लीन्ह्यो सुयश महान॥

nija sevaka ko mā tumahī, dīnhyo piṃgala jñāna.
cālīsa vidhi cālīsahi likha, līnhyo suyaśa mahāna.

O moeder, u heeft uw eigen dienaar (mij) kennis gegeven van ritme, klemtoon en intonatie. Daardoor heeft hij deze chalisa van veertig verzen kunnen componeren en groots lof ontvangen.

सरस्वती यह चालीसा, विरचित सुन्दरदास।
नित्य पढ़त विद्या बढ़त, पूरन होत शुभ आस॥

sarasvatī yaha cālīsā, viracita sundaradāsa.
nitya paŗhata vidyā baŗhata, pūrana hota śubha āsa.

Sundardas heeft deze chalisa gecomponeerd. Reguliere recitatie hiervan vergroot wijsheid en alle goede doelen zullen worden bereikt.

गुरु पितु मातु पढ़ै सुत, जो यहि शिक्षा देहिं।
बल बुद्धि विद्या सुमति की, माँ से भिक्षा लेहिं॥

guru pitu mātu paŗhai suta, jo yahi śikṣā dehi.
bala buddhi vidyā sumita kī, mā se bhikṣā lehi.

Als de guru en ouders dit lezen en hun kind trainen in het reciteren ervan, dan zullen ze de vruchten van kracht, wijsheid, kennis en intelligentie ontvangen.

(Bron: Shree Saraswatee Chaaleesaa – Richa Prakashan)